1534 Ken je kinderrechten

Ken je kinderrechten
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Ken je kinderrechten

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je nodig?
  • Tekst
  •  Potlood en gum

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Leesdoel:


Je leert welke kinderrechten er zijn opgesteld sinds 1989.
Lesdoel:

Ik kan de verwijswoorden uit de tekst herkennen en weet waar deze woorden naar verwijzen.

Slide 4 - Diapositive

We lezen samen

Slide 5 - Diapositive

Welke kinderrecht vind jij het belangrijkst?
A
Recht over je mening
B
Recht over mishandeling
C
Recht over zorg
D
Recht over extra zorg

Slide 6 - Quiz

Onderstreep de volgende woorden en bedenk wat deze woorden betekenen.
  • Basisrechten
  • Kinderarbeid
  • Kindermishandeling
  • Kinderrechten
  • Martelen
  • Onderdak 

Slide 7 - Diapositive

Verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar een ander woord of groepje woorden.
Bijvoorbeeld:
- hij - zij - het - ze - hun - hen
- zijn - haar
- dat - die
- hem - haar




Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld
De leerlingen van bovenbouw-A komen naar school.
De leerlingen van bovenbouw-A doen goed mee met de instructie.
De leerlingen van bovenbouw-A leren wat verwijswoorden zijn. Verijswoorden zijn hartstikke leuk om mee te werken!
OF:
De leerlingen van bovenbouw-A komen naar school.
Zij doen goed mee met de instructie.
Zij leren wat verwijswoorden zijn. Die zijn hartstikke leuk om mee te werken!


Slide 9 - Diapositive

Wij
Wij zien het woordje 'ze'.
Wie komt ergens vandaan?
Wie hebben welke kleur?


Slide 10 - Diapositive

Jullie
Welk verwijswoord vinden jullie?

Welke vraag kun je stellen?

Waar verwijst het woord naar?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien