5.4 voortplanten

§ 5.4 voortplanten
Hoofdstuk 5    Planten
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

§ 5.4 voortplanten
Hoofdstuk 5    Planten

Slide 1 - Diapositive

Regels
docent praat

Slide 2 - Diapositive

Programma
Week 20
  • Lesdoelen
  • terugblik
  • Verwondersessie, uitleg: §5.4 voortplanten
  • Workshopsessie: maken werkdoelen week 22, §5.4
  • Communicatiesessie

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • de onderdelen van de bloem van zaadplanten benoemen;
  • beschrijven hoe de bevruchting gaat bij wind- en insectenbestuiving van zaadplanten;
  • uitleggen wat geslachtelijke en ongeslachtelijke bevruchting is bij zaadplanten;
  • uitleggen hoe planten hun zaden kunnen verspreiden;
  • de levenscyclus van zaadplanten beschrijven.

aan het eind van de les kan ik:

Slide 4 - Diapositive

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn de functies van vaatbundels?
A
Transport van water en voedingsstoffen
B
Vaatbundels geven kleur aan de plant
C
Fotosynthese
D
Opslaan van reservevoedsel

Slide 6 - Quiz

Wat is waar, als het gaat om transport in planten?
A
Glucose gaat via houtvaten naar de wortel
B
Water gaat via de houtvaten omhoog
C
Water gaat via de gastvaten omhoog
D
Houtvaten zitten aan de buitenkant van een boomstam / stengel

Slide 7 - Quiz

Bastvaten vervoeren....
A
van de wortel naar de bladeren
B
van de bladeren naar de wortel

Slide 8 - Quiz

Bloem
Stengel
Blad
wortels
Transport voedingsstoffen en water + plant rechtop houden
Hier ontstaan zaden voor de voortplanting
Stevigheid, groei, opname water in mineralen
Vangen zonlicht voor de fotosynthese waarmee voedingstoffen worden gemaakt

Slide 9 - Question de remorquage

Fotosynthese
planten maken hun eigen voedsel

Slide 10 - Diapositive

Bij fotosynthese ....
A
nemen planten zuurstof op en geven koolstofdioxide af
B
nemen planten koolstof op en geven zuurstof af
C
Nemen planten C02 op en geven zuurstof af
D
nemen planten koolstof op en geven CO2 af

Slide 11 - Quiz

Slaat de plant op in de wortels en zaden
Slaat de plant vooral op in zaden
Wat maakt een plant van glucose en waarvoor?
Zorgen ervoor dat processen in de plant goed verlopen
Zijn voor de groei van de plant
Zetmeel
Vetten
Vitaminen
Eiwitten

Slide 12 - Question de remorquage

§ 5.4 voortplanten
Hoofdstuk 5    Planten
Leg je Ipad face-down

Slide 13 - Diapositive

Bestuiving

Slide 14 - Diapositive

Helmhokje
Mannelijk onderdeel van bloem.
Produceert stuifmeel.
Kroonblad
Gekleurd of groen onderdeel van bloem.
Gekleurd en groot bij insectenbloem. Trekt insecten aan.
Groen bij windbloem.
Zaadbeginsel
Vrouwlijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de eicellen van de bloem, om zaden te maken bij bestuiving.
Kelkblad
Groene bladeren die om de knop van een bloem heen zit ter bescherming. Blijven als kleine groene bladeren onderaan de bloem zichtbaar.
Stamper - Stempel
Vrouwlijk onderdeel van de bloem.
Stempel is bovenste deel van de stamper. Vangt de stuifmeelkorrels op.
Stamper - Vruchtbeginsel
Vrouwelijk onderdeel van de bloem.
Hier liggen de zaadbeginsels in.
Steel
Deel waarmee de bloem vastzit aan de rest van de plant.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

bijzondere bloem

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Hoe ontstaan vruchten en zaden?
Als een bloem bevrucht is dan ontwikkelen de zaden in het vruchtbeginsel van de bloem:

  1. de kroonbladeren en kelkbladeren drogen uit en krimpen;
  2. de zaadbeginsels worden zaden met een jonge plant erin;
  3. het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht



Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Voortplanting en verspreiding
geslachtelijk en ongeslachtelijk
Wind en insecten

Slide 22 - Diapositive

Insectenbloemen
Bestuiving door insecten -> insectenbloemen

Aangetrokken door:
  • Nectar
  • Grote opvallende
    kroon-bladeren

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Windbloemen
Bestuiving door wind -> windbloemen

Veel stuifmeel
Kleine onopvallende bloemen
geen nectar

Slide 25 - Diapositive

Eenslachtig of tweeslachtig

Slide 26 - Diapositive

Kruisbestuiving en zelfbestuiving

Slide 27 - Diapositive

Verspreiding van zaden
Zaden kunnen zich verspreiden door:

- Door de plant zelf
- Door de wind
- Door dieren
- Door water 

Slide 28 - Diapositive

Viooltje
Peulvrucht: Boon
Viooltje: Verspreiding door de plant zelf

Erwt: Verspreiding door de plant zelf

Verspreiding van zaden door de de plant zelf.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Esdoorn en Linde
Paardenbloem
Esdoorn: Verspreiding door de wind
Vaak hebben vruchten of zaden hulpmiddelen om lang in de lucht te kunnen zweven. De Esdoorn en de Linde hebben vleugels.

Paardenbloem: Verspreiding van de vruchtjes met de pluisjes als hulpmiddel

Verspreiding van zaden door de wind.

Slide 31 - Diapositive

Verspreiding door dieren: Opslagplaats
Sommige dieren leggen een wintervoorraad aan. Bijv. van eikels en beukenootjes. De voorraad wordt niet
 allemaal teruggevonden of gebruikt. Uit de zaden die niet gebruikt worden kunnen nieuwe planten ontstaan.

Slide 32 - Diapositive

Verspreiding door dieren:
uitwerpselen
Soms maken planten vruchten met sappig vruchtvlees. 

De bessen worden gegegeten en komen in de maag van de vogel. 

Het vruchtvlees verteert, de zaden worden weer uitgepoept en vallen op de grond. Als dat een gunstige plek is, kan het zaad kiemen.
Lijsterbes 

Slide 33 - Diapositive

Verspreiding door dieren: Haakjes
      Sommige planten hebben vruchten met haakjes. Ze blijven haken aan de 
      vacht van een dier of aan de schoenen of kleding van een mens. 
      Ze vallen er af en blijven dan liggen.

Slide 34 - Diapositive

Verspreiding door water

Slide 35 - Diapositive

planten kunnen zich naast geslachtelijk, ook ongeslachtelijk voortplanten.

De nakomelingen zijn dan genetisch exact gelijk aan de ouderplant!

Slide 36 - Diapositive

ontwikkeling en groei bij zaadplanten
  1. zaad;
  2. ontkieming (celdeling en lengtegroei);
  3. lengtegroei van wortel en kiem;
  4. vorming van kiemplantje;
  5. zaadlobben raken op en fotosynthese begint;
  6. verdere groei en ontwikkeling van de plant
  7. bloei;
  8. bevruchting en zaadvorming,
    - sterven van 1-jarige plant;
  9. verspreiding.
levencyclus van een boon

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Workshopsessie
Je maakt werkdoelen
van week 22:
§5.4 opdracht 1-23
Wat niet af is, is huiswerk
In je klikagenda:
toets over twee weken
timer
45:00

Slide 39 - Diapositive

Communicatiesessie
Lesdoelen behaald?



Slide 40 - Diapositive

Lesdoelen
  • de onderdelen van de bloem van zaadplanten benoemen;
  • beschrijven hoe de bevruchting gaat bij wind- en insectenbestuiving van zaadplanten;
  • uitleggen wat geslachtelijke en ongeslachtelijke bevruchting is bij zaadplanten;
  • uitleggen hoe planten hun zaden kunnen verspreiden;
  • de levenscyclus van zaadplanten beschrijven.

aan het eind van de les kan ik:

Slide 41 - Diapositive

Bij fotosynthese ....
A
geven planten zuurstof af en nemen koolstofdioxide op
B
nemen planten koolstof op en geven zuurstof af
C
Nemen planten 02 op en geven koolstofdioxide af
D
nemen planten koolstof op en geven CO2 af

Slide 42 - Quiz

Windbloemen
Insecten
bloemen

Slide 43 - Question de remorquage

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 44 - Quiz

Op de afbeelding zie je een windbloem.
Hebben windbloemen nectar?
A
Ja
B
Nee

Slide 45 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van een windbloem?
A
hun stuifmeelkorrels zijn licht en kleverig
B
hun meeldraden hangen vaak buiten de bloem.
C
hun grote stamper en steekt vaak boven de bloem.
D
hun kroonbladeren zijn meestal groen.

Slide 46 - Quiz


A
Eenslachtig vrouwelijk
B
Eenslachtig mannelijk
C
Tweeslachtig

Slide 47 - Quiz

Is 2 kruisbestuiving of zelfbestuiving?
A
Kruisbestuiving
B
Zelfbestuiving

Slide 48 - Quiz

Eenslachtig
Tweeslachtig

Slide 49 - Question de remorquage

Hoe worden deze
zaden verspreid?
A
wind
B
dieren
C
bloem zelf

Slide 50 - Quiz

Geslachtelijke voortplanting is
A
eicel wordt bevrucht
B
zaadcel wordt bevrucht
C
altijd inwendig
D
hetzelfde als bestuiving

Slide 51 - Quiz

ongeslachtelijke voortplanting is
A
voortplanting door bevruchting
B
voortplanting zonder bevruchting

Slide 52 - Quiz