8.1: Zintuigen


Basisstof 1: Zintuigen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


Basisstof 1: Zintuigen

Slide 1 - Diapositive

Les 1

Slide 2 - Diapositive

§8.1 Zintuigen
  • Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven (les 1).
  • Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven (les 1). 
  • Je kunt de delen van het oog en hun functie beschrijven (les 2). 

zintuigen, chemische receptoren, mechanische receptoren, tastreceptoren, temperatuurreceptoren, lichtreceptoren, pijnreceptoren, drempelwaarde, impulsfrequentie, adequate prikkel, adaptatie

Slide 3 - Diapositive

Voorkennis: Impulsgeleiding
Opdracht in duo's
Impulsen ontstaan in ... (1) en komen dan via ...(2) aan in het Centraal zenuwstelsel. 
Zenuwcellen die geheel in het C.Z. liggen, noemen we ... (3). 
Impulsen worden verwerkt in het Centraal Zenuwstelsel
Impulsen bereiken een effector (spier of ... (4)) via .... (5). 

Slide 4 - Diapositive

Zintuigcellen
Geven een  signaal door aan een sensorisch neuron.

Zintuigcellen zetten een prikkel om in een impuls.

Slide 5 - Diapositive

Prikkels
druk
temperatuur
moleculen
licht (golflengte)
druk: trilling van de lucht.

Slide 6 - Diapositive

Receptoren - adequate prikkel
  • Mechanische receptoren: druk, beweging, trillingen in de lucht
  • Temperatuur receptoren: temperatuur (warmte en koude)
  • Chemische receptoren: moleculen
  • Licht receptoren: licht (golflengte)
  • Pijn receptoren - aparte categorie

Slide 7 - Diapositive

Chemische receptoren

  • Binding van moleculen aan receptor.
  • Secundaire boodschapper komt vrij.
  • Na+ poorten openen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Van prikkel naar impuls
1. Receptorcel ontvangt de adequate prikkel.
2. De prikkel zorgt voor het opengaan van Na+ poorten in de zintuigcel.
3. Prikkeldrempel bereikt? Volledige depolarisatie van het membraan.
4. Ca2+ poorten open, Ca2+ bindt aan neurotransmitter blaasjes.
5. Exciterende neurotransmitter komt vrij in de synapsspleet en bindt op het membraan van het sensorische neuron.
6. Voldoende neurotransmitter? Impulsgeleiding in het sensorisch neuron naar sensorische schors (schakelcellen).

Slide 11 - Diapositive

Mechanische receptoren

Na+ poorten openen door druk, beweging of trillingen in de lucht 

Bijv: gehoorzintuig en spierspoeltje

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Pijnreceptoren
Geen zintuigcellen, maar zenuwuiteinden.
Reageren op prikkels die schade kunnen geven: 
  • te hoge temperatuur
  • te hoge druk,
  • hoge concentratie chemicaliën. 

Prikkeldrempel ligt veel hoger dan bij zintuigcellen. 
Geven informatie door aan pijncentra in hersenen.

Slide 14 - Diapositive

Adaptatie 
  • Langdurige constante prikkel kan de prikkeldrempel van een receptorcel verhogen
  • De receptorcel reageert minder op de adequate prikkel. 

Dit heet gewenning of adaptatie

Snelheid waarmee adaptatie optreedt verschilt per type receptorcel: tast snel, druk of pijn nauwelijks.

Slide 15 - Diapositive

Prikkelsterkte
De actiepotentiaal is altijd even sterk

Sterkere prikkel =>
    Meer neurotransmitter =>
          Hogere frequentie van
          actiepotentialen.

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
Opdracht 1, 2, 3, 7, 8 en 9 van §8.1 (vorige keer)

Opdracht 4, 5, 6 en 10 gaan over het oog (deze keer)

Slide 17 - Diapositive

Les 2

Slide 18 - Diapositive

Wat neem je mee uit de vorige les?
Noteer wat je nog weet.

Slide 19 - Diapositive

§8.1 Zintuigen
  • Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven. 
  • Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven. 
  • Je kunt de delen van het oog en hun functie beschrijven. 

zintuigen, chemische receptoren, mechanische receptoren, tastreceptoren, temperatuurreceptoren, lichtreceptoren, pijnreceptoren, drempelwaarde, impulsfrequentie, adequate prikkel, adaptatie

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

De lens

Slide 22 - Diapositive

Netvlies
Waar de lichtgevoelige 
zintuigcellen (staafjes en kegeltjes) zitten.

Aan de achterkant van de oogbol.


Slide 23 - Diapositive

Netvlies
Je netvlies is bedekt met zintuigcellen:
kegeltjes en staafjes.


Slide 24 - Diapositive

Gele vlek
  • Precies achter de iris

  • Bevat alleen kegeltjes
  • Hoge dichtheid: 150.000 per mm3


  • Met dit deel van het netvlies zie je het scherpst

Slide 25 - Diapositive

Blinde vlek
  • Plek op het netvlies zonder kegeltjes/staafjes.
  • Waar de oogzenuw het oog verlaat.
  • Waar bloedvaten het oog binnenkomen en uitgaan.

Hier kun je dus geen licht opvangen.

Slide 26 - Diapositive

Blinde vlek
Voor beide ogen op een andere plek van het gezichtsveld: je ziet toch alles.

Zit op de horizontale as van de gele vlek dichter naar de neus.

Slide 27 - Diapositive

§8.1 Zintuigen
  • Je kunt de werking van zintuigen in relatie met het zenuwstelsel beschrijven. 
  • Je kunt de reactie van een zintuig op een adequate prikkel beschrijven. 
  • Je kunt de delen van het oog en hun functie beschrijven. 

zintuigen, chemische receptoren, mechanische receptoren, tastreceptoren, temperatuurreceptoren, lichtreceptoren, pijnreceptoren, drempelwaarde, impulsfrequentie, adequate prikkel, adaptatie

Slide 28 - Diapositive

Leren voor biologie
Hoe pak je dat eigenlijk aan?

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Stap 1: kennis verzamelen
  • Huiswerk maken en nakijken
  • Begrippenlijst maken van de dikgedrukte woorden
  • Het boek samenvatten door elk tussenkopje in 2/3 zinnen te herformuleren in eigen woorden
  • Lesaantekeningen + informatie uit LessonUps toevoegen aan je samenvatting

Slide 31 - Diapositive

Stap 2: leren
Heel erg vaak herhalen van de lesstof!
  • Vraag iemand je te overhoren/gezamenlijk lesstof bespreken
  • Oefentoetsen maken
  • Een mindmap maken -> begrippen aan elkaar kunnen verbinden!

Slide 32 - Diapositive

Stap 3: oefenen!
De enige manier om beter te worden in toepassingsvragen is door oefenen:
  • Diagnostische toetsen in de les
  • Examentrainer achter in het hoofdstuk (boek) 
  • Oude examenopgaven op biologiepagina

Slide 33 - Diapositive