Melkveemanagement - les 6

Melkveemanagement - les 6
Steven de Rijk 
(Les van mevrouw de Rooij)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
VeehouderijMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Melkveemanagement - les 6
Steven de Rijk 
(Les van mevrouw de Rooij)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Melkproductieregistratie
Welke overzichten zijn er? 

Dieroverzicht 
Bedrijfsoverzicht 
Jaaroverzicht 
Snelzicht 

Dracht 
Duurzaamheid 
Uiergezondheid 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snelzicht
Snelle beoordeling van de bedrijfsprestatie​



Welke kengetallen? 
Productie -> BSK 
Gezondheid -> Vet/Eiwit en lactose 
Voeren/voeding -> Ureum en lactose 







Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vetgehalte
Vet in melk ontstaat door afbraak van vetten in de pens en vetzuursynthese in de uier.

Belangrijk voor:
  • Melkkwaliteit en smaak.
  • Energievoorziening voor het kalf.

Factoren die vetgehalte beïnvloeden:
  • Voeding: Structuurrijk ruwvoer verhoogt vetgehalte.
  • Gezondheid: Pensverzuring kan het vetgehalte verlagen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Melkvet productie
Pens (Ruwvoer en Krachtvoer)
  • Azijnzuur (uit ruwvoer) → Gaat naar de uier → Melkvet (50-70%)
  • Boterzuur → Gaat naar de uier → Melkvet (5-10%)
  • Propionzuur (uit krachtvoer) → Gaat naar de lever → Energie (Glucose)

Lever
  • Glucose uit propionzuur → Energie voor melkproductie --> volume neemt toe!

Uier
  • Azijnzuur + Boterzuur → Vet in melk

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Melkvet beïnvloeden
Voeding:
Vezelrijk ruwvoer (gras, hooi): Verhoogt azijnzuurproductie en daarmee het vetgehalte.
Hoge krachtvoergift: Leidt tot meer propionzuur, wat de azijnzuurproductie onderdrukt en het vetgehalte verlaagt.
Gezondheid:
Pensverzuring: Bij te veel krachtvoer of slecht ruwvoer daalt de pH in de pens, wat de productie van azijnzuur remt en het vetgehalte verlaagt.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vetgehalte
Hoog vetgehalte 0-60 dagen en daarna een daling --> 
NEB is over. 

Eerst maakte ze veel lichaamsvet vrij voor energievoorziening --> zag je terug in de melk door hoog vet

Niet meer als 1.5% t.o.v. eiwit. 
Lager als 4% en lager als eiwit = pensverzuring 


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eiwitgehalte
Belangrijk voor de melkkwaliteit en het economische rendement --> uitbetaling op eiwitgehalte!

Factoren die eiwitgehalte verhogen:
Voeding:
  • Meer eiwit in het rantsoen, bij voorkeur uit pensbestendige eiwitten.
  • Energievoorziening optimaliseren om microbiële eiwitsynthese in de pens te ondersteunen.
Gezondheid: Gezonde koeien benutten voer efficiënter.

Eiwit lager als 3.25% met 1.5% verschil met vet = slepende melkziekte 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lactose
Afbraak celwanden --> Propionzuur --> Glucose --> in de uier --> melksuiker/lactose

Lactose bind aan water --> dus meer lactose = meer melk 

Pens --> propionzuur uit snel fermenteerbare koolhydraten zoals onbestendig zetmeel --> wordt glucose --> in de uier --> lactose
Bestendig zetmeel --> glucose --> ook uier --> lactose

Streven: 4,60%


Slide 9 - Diapositive

https://www.vakbladelite.nl/partner/het-lactosegehalte-in-melk/#:~:text=Op%20pensniveau%20wordt%20glucose%20gevormd,het%20uier%20omgezet%20in%20lactose.

Op de uitslag van de melkcontrole en het tankmelk onderzoek wordt het lactosegehalte vermeld. Lactose, oftewel melksuiker, wordt niet meer door elke melkfabriek uitbetaald, maar wat kunnen we met deze data?
Een normaal tankmelkgehalte ligt rond de 4,60 procent lactose. De waarde schommelt meestal tussen 4,40 en 4,70. Onder normale omstandigheden moet het lactose gehalte in de melk constant zijn.
De efficiëntie van lactose voor productie is afhankelijk van het lactatiestadium en het aanbod (hoeveelheid). Aan het begin van de lactatie is het lactose gehalte in de melk van een koe doorgaans wat hoger dan aan het eind. Daarnaast hebben vaarzen meestal een hoger lactosegehalte in de melk dan oudere koeien.
De hoeveelheid lactose bepaalt de melkproductie. Zowel voeding op pensniveau als op darmniveau hebben invloed op het lactosegehalte. Op pensniveau wordt glucose gevormd uit propionzuur en onbestendig zetmeel. Propionzuur dat in de pens o.a. vrij komt bij de afbraak van zetmeel, gaat via de penswand en het bloed naar de lever. De glucose wordt vervolgens in het uier omgezet in lactose. Op darmniveau wordt bestendig zetmeel afgebroken naar glucose, dit wordt voor een gedeelte in het uier omgezet naar lactose.
Lactosegehalte in melk verlaagd
Een tekort aan bestendig zetmeel in het rantsoen kan een verlaagd lactose gehalte geven. Vooral door minder glucoseproductie op darmniveau.
Een hoog celwandgehalte (ruwe celstof) in rantsoenen geeft ook een lager lactosegehalte. Als de pens fermentatie te traag is, daalt de productie van propionzuur, daardoor daalt de lactose productie met als gevolg een dalende melkproductie.
Een belangrijke oorzaak van een laag lactosegehalte zijn, ontstekingen. Een ontsteking in uier, baarmoeder of klauw, zorgt ervoor dat het afweersysteem aan gaat. Het afweersysteem van koeien is een grote energieverslinder, waardoor er minder glucose en lactose beschikbaar is voor melkproductie.
Bij een hoog celgetal door uierontsteking, komen er zouten vrij in de melk, dit verlaagd de lactosegehalte in de melk.
Lactosegehalte stimuleren
Een hoog suiker en zetmeelgehalte (glucogene energie) in rantsoenen geeft een verhoogd lactosegehalte, mits er geen pensverzuring optreedt.
Voor de vorming van lactose in melk, maar ook voor de vorming van melkvet, is veel energie nodig. Daarom wordt de som van melkvet en het lactose percentage ook wel eens als maatstaf gebruikt voor de energievoorziening. Een vuistregel die hiervoor gebruikt wordt is, dat het percentage vet en lactose opgeteld tussen de 9.0 en 9.2 moet zijn.
Hoog productieve koeien hebben een hoge behoefte aan glucose. Een ruime krachtvoer / ruwvoer- verhouding geeft een hoger lactose gehalte in de melk dan krachtvoer- arme rantsoenen.
Een goede voeropname is positief voor het lactosegehalte. Voor een goede opname is goed verteerbaar en smakelijk voer nodig. Een hoge VEM- opname werkt positief door in het lactose gehalte. Elke 1000 VEM meer of minder opname geeft een lactose verhoging of verlaging van 0,02%. Dit geldt eveneens voor elke kg drogestof opname meer of minder.
Vooral bij te natte melkzuurrijke kuilen, valt het vaak niet mee om voldoende drogestof in een koe te krijgen. Daarnaast kan een koe kan alleen de energie uit melkzuur benutten als het eerst wordt omgezet in propionzuur. Melkzuur kan de penswand namelijk moeilijk passeren. In een product als Diamond V stimuleert de pensbacteriën, zoals de lactaatgebruikers. Deze ondersteunen het omzetten van melkzuur naar propionzuur. Doordat dit proces sneller en beter verloopt, beschikt een koe eerder over de energie uit melkzuur en wordt de kans op pensverzuring kleiner.
Lactose
Tekort aan bestendigzetmeel --> verlaagde lactose

Hoog RC --> lager lactose --> je hebt juist meer azijnzuur en boterzuur door structuur, maar minder propionzuur --> verlaagd lactose en dus minder melk.

Laag lactose kan ook door ontstekingen --> afweer kost veel energie --> minder glucose beschikbaar om lactose van te maken in de uier.

Bij hoog celgetal door uierontsteking, komen zouten (natrium) in de melk --> dit verlaagd ook het lactosegehalte. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uiergezondheid - parameters
Geleidbaarheid
  • Geleidbaarheid (of elektrische conductiviteit) verwijst naar het vermogen van melk om elektrische stroom te geleiden. Dit wordt beïnvloed door de hoeveelheid opgeloste mineralen en ionen, zoals natrium (Na⁺) en chloride (Cl⁻), in de melk.
  • Bij een gezonde koe is de geleidbaarheid van de melk relatief laag. Wanneer een koe een uierontsteking ontwikkelt, verandert de samenstelling van de melk:
  1. Toename van natrium en chloride door schade aan de bloed-melkbarrière in de uier.
  2. Afname van lactose en kalium.
Via AMS --> niet op MPR!
Indicator op de MPR: verlaagd lactosegehalte!

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vet - lactose
De som van vet + lactose wordt gebruikt als maatstaf voor de energievoorziening --> Moet samen 9.0-9.2 zijn

Hoe is dat op jou MPR?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ureum
Ureum hoog - eiwit laag --> het gevoerde eiwit wordt onvoldoende benut of er is een overmaat van eiwit--> eventueel pensenergie voeren, of minder eiwit

Laag ureum --> of te weinig eiwit, of te weinig energie voor de pensbacteriën om microbieel eiwit te maken. 

Slide 13 - Diapositive

https://mijnrantsoenwijzer.nl/ureum-gehalte-optimaliseren/
Ureum
Ureumgehalten lager dan 15 --> negatief effect op de melkeiwitproductie --> te weinig eiwit in voer 

Hogere ureumgehalten (> 30) +  hoog eiwitgehalte --> overmaat aan ruw eiwit

Hoog ureumgehalte + laag melkeiwitgehalte --> voereiwit onvoldoende benut. RE te hoog en te weinig energie voor pensbacteriën om microbieel eiwit te maken. 

Slide 14 - Diapositive

https://mijnrantsoenwijzer.nl/ureum-gehalte-optimaliseren/
Duurzaamheidsmonitor
Geeft inzicht in duurzaamheid van het bedrijf tov nederlands gemiddelde
https://crv4all.nl/nl/service/levensduur 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
In groepjes van twee zoeken jullie het volgende op: 
- Kies een bedrijf in de CRV demo
Ga dan naar Duurzaamheidsmonitor
Bedrijfsoverzicht
Kijk daar eens wat de verschillende begrippen zijn die je in het artikel gelezen hebt. 
Hoe doet dit bedrijf het? 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht

Kijk naar afgevoerde dieren:
Gemiddelde levensduur
Levensproductie
- kg melk
- kg vet
- kg eiwit
- % vet
- %eiwit

Hoeveel vaarzen zijn er afgevoerd tov het aantal oudere koeien?
Wat vind je daarvan? 

Wat is insteek? 
Wat is de insteek op het bedrijf? 

Hoeveel koeien zijn er levend afgevoerd? 
Hoeveel zijn er dood afgevoerd? 
Wat vinden jullie daarvan? 

Wat is de belangrijkste reden van afvoer op dit bedrijf? 


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensproductie
Wordt bepaald bij afvoer. 

Gemiddelde in NL is ongeveer 38000 kg melk
(boekjaar 2024)

https://www.boerderij.nl/levensduur-stabiliseert-op-ruim-38-000-kilo-melk-per-koe




Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensduur
Leeftijd bij afvoer. Wordt bepaald bij afvoer. 

Gemiddelde in NL is ongeveer 6 jaar en 1 maand
(boekjaar 2024)

1445 producerende dagen 





Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions