Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
persoonlijk vnw na voorzetsels 4e nv
persoonlijk vnw na voorzetsels 4e nv
DOELEN VAN DEZE LES:
Ik weet wat persoonlijke voornaam woorden zijn.
Ik weet wat met naamvallen bedoeld wordt.
Ik ken de voorzetsels van de 4e naamval.
Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval toepassen.
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
persoonlijk vnw na voorzetsels 4e nv
DOELEN VAN DEZE LES:
Ik weet wat persoonlijke voornaam woorden zijn.
Ik weet wat met naamvallen bedoeld wordt.
Ik ken de voorzetsels van de 4e naamval.
Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval toepassen.
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn naamvallen?
De verandering van
ik
naar
mij
noemen we naamvallen.
Slide 2 - Diapositive
Er zijn 4 naamvallen
Wanneer gebruik je welke naamval?
1e naamval = onderwerp
2e naamval = bepaling van bezit
3e naamval = meewerkend voorwerp + na voorzetsels 3e naamval
4e naamval = lijdend voorwerp + na voorzetsels 4e naamval
Slide 3 - Diapositive
Wij leren vandaag de 4e naamval van de persoonlijke voornaamwoorden na de voorzetsels
Slide 4 - Diapositive
Ohne (jou) ist das Leben halb so schön.
Diese Blumen sind für (U), mevrouw Maier.
Durch (jullie) weiß ich, was gute Freunde sind.
Wir spielen morgen gegen (hem).
Slide 5 - Diapositive
Aan de slag!
Maak nu zelf op bladzijde 16 en 17 van je werkboek
opdracht 7, 8 en 9
Maak daarna op bladzijde 174 (oranje bladzijde)
opdracht 1, 2 en 3
Slide 6 - Diapositive
Hoeveel naamvallen kent het Duits?
Slide 7 - Question ouverte
Welke naamvallen leren we in klas 2?
Slide 8 - Question ouverte
zonder
A
sunder
B
ohne
C
onhe
D
sonder
Slide 9 - Quiz
für
A
plaats of tijd
B
bestemd voor iets/iemand
Slide 10 - Quiz
door hem
A
durch er
B
durch ihn
Slide 11 - Quiz
tegen jullie
A
gegen sie
B
gegen Sie
C
gegen ihnen
D
gegen euch
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
naamvallen herkennen
1e naamval = onderwerp
4e naamval = lijdend voorwerp
Wat bakt moeder = koekjes
Wie of wat + werkwoordelijk gezegde
De moeder bakt koekjes. = wie bakt = de moeder
Wie of wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp
Slide 14 - Diapositive
onderwerp en lijdend voorwerp
Hij koopt een nieuw computerspel.
Heeft mijn zus jou gebeld?
Ein Schüler hat eine Prüfung gemacht.
Meine Mutter hat meine Pausenbrote gemacht.
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
persoonlijk vnw na voorzetsels 4e nv
February 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3L1 Duits lessen week 3
September 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
3L1 Duits lessen week 4
January 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
3L1 Duits lessen week 3
January 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
3 h Gesundheit DU3 L1
October 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Secondary Education
HNE Duits M3: les 16, K2
October 2023
- Leçon avec
41 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
K2 les 2 grammatik + lezen
October 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Secondary Education
Di 11-03-25 Grammatica toetsweek
March 2025
- Leçon avec
14 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4