Herhalingsles hoofdstuk 5

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

5.1 Wat is een rechtsstaat?

1. Een land waarin de rechters alle macht hebben.
2. Een land waar de rechten en plichten van de burgers en van de overheid in de wetten staan.
3. Een land dat wordt bestuurd door een klein groepje mensen, die alle macht hebben.
4. De meest strenge autoritaire staten.

5.1 Waar of niet waar?
China is een voorbeeld van een autoritaire staat

1. Waar
2. Niet waar

5.2 Wat zijn sociale grondrechten?

Wat zijn mensenrechten?

1. Rechten die mensen hebben gemaakt.
2. Rechten die alleen gelden voor Nederlanders.
3. Rechten die niet gelden voor mensen.
4. Rechten voor elk mens waar die ook woont.

5.3 Koppel de begrippen

Parlement

Ministers en ambtenaren

Rechters

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Rechterlijke macht

5.3 Waar of niet waar?
De wetgevende macht voert de wetten uit

1. Waar
2. Niet waar

5.4 Noem minimaal twee risicofactoren?

5.4 Wat is een overtreding?

1. Een ernstig strafbaar feit
2. omstandigheden die het risico vergroten dat iemand crimineel wordt.
3. Strafbare feiten die minder erg zijn.
4. Een lijst met misdrijven waarvoor je bent gestraft.

5.5 Wat is een vonnis?

1. Een speciaal politieverslag waarin alle informatie staat over het misdrijf en over de verdachte.
2. Degene die beslist wat er met de verdachte gaat gebeuren.
3. Degene die beslist of de verdachte schuldig is.
4. De uitspraak van de rechter.

5.5 Wat schrijft de politie na afloop van een onderzoek?

5.6 Koppel de begrippen

Criminaliteit hard aanpakken 

Crimininaliteit voorkomen. 

Repressie 

Preventie