Practice for speaking exam - sentences

Hoe zeg je in het Engels......
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Hoe zeg je in het Engels......

Slide 1 - Diapositive

Alles samen is 35 pond.

Slide 2 - Question ouverte

Het spijt mij, maar ik heb geen kleingeld, ik heb alleen biljetten. (biljetten = notes)

Slide 3 - Question ouverte

Je bent in een kledingwinkel. Vraag aan de verkoper waar de damesafdeling is.

Slide 4 - Question ouverte

Zeg dat je het patroon van het overhemd mooi vindt.

Slide 5 - Question ouverte

Zeg dat je wat hulp kunt gebruiken bij het vinden van een jas.

Slide 6 - Question ouverte

Zeg dat je niet zo van merkkleding houdt.

Slide 7 - Question ouverte

Zeg dat deze broek niet bij je trui past.

Slide 8 - Question ouverte

Je bent op een politiebureau: Zeg dat je een overval wilt melden.

Slide 9 - Question ouverte

Zeg dat de dief naar je portemonnee zat te kijken.

Slide 10 - Question ouverte

Zeg dat je een man een vrouw hebt zien aanvallen.

Slide 11 - Question ouverte

Zeg dat je denkt dat je tas in de metro is gestolen.

Slide 12 - Question ouverte

Zeg dat de dief opvallend blauwe ogen had.

Slide 13 - Question ouverte

Zeg dat je een kleine tas met bloemmotief had.

Slide 14 - Question ouverte

Stel jij bent een politie-agent(e). Vraag aan de persoon die binnenkomt of hij/zij de dief kan beschrijven.

Slide 15 - Question ouverte