thema 6 les 4
Wie?
Lotje schudt haar hoofd.
Lotje schudt haar hoofd.
A
Lotje
B
schudt
C
haar hoofd
1 / 15
Éléments de cette leçon
Wie?
Lotje schudt haar hoofd.
Lotje schudt haar hoofd.
A
Lotje
B
schudt
C
haar hoofd
Slide 1 - Quiz
Wie?
De hamster slaapt in zijn kooi.
De hamster slaapt in zijn kooi.
A
de hamster
B
slaapt
C
in
D
zijn kooi
Slide 2 - Quiz
Wie?
A
B
C
Slide 3 - Quiz
doet?
De fotograaf moppert op Lotje.
De fotograaf moppert op Lotje.
A
de fotograaf
B
moppert
C
op
D
Lotje
Slide 4 - Quiz
Doet?
Lotje is boos op de fotograaf.
Lotje is boos op de fotograaf.
A
Lotje
B
is
C
boos
D
de fotograaf
Slide 5 - Quiz
doet?
A
B
C
D
Slide 6 - Quiz
Hij zit de hele dag.
Wie zit?
Wie zit?
Slide 7 - Question ouverte
De jongen maakt een foto.
wie maakt?
wie maakt?
A
de jongen
B
een foto
C
maakt
Slide 8 - Quiz
Herma koopt bloemen voor oma.
wie koopt?
wie koopt?
Slide 9 - Question ouverte
Wie eet?
A
B
C
Slide 10 - Quiz
Sara zit op haar stoel en Tom staat naast haar. Emmy is aan het schrijven.
Wie schrijft?
Wie schrijft?
A
Sara
B
Tom
C
Emmy
Slide 11 - Quiz
Wie heeft een rode trui aan?
A
het meisje
B
de hond
C
de jongen
Slide 12 - Quiz
Wie betaalt?
A
de verkoopster
B
de vrouw
C
het kind
Slide 13 - Quiz
Wie zit tegen de boom aan?
A
de jongen met het gele vest.
B
Het meisje met de haarband.
C
De jongen met de pet.
