WISK-X H6 Meten1_L6.1 Nog meer over getallen

WISK - X
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Secundair onderwijs

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WISK - X

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 1
Programma voor periode 5 en vandaag
  • Nog meer over getalen
  • Symmetrie
  • Klokkijken
  • Tabel, grefiek en diagram 2
  • Toets 8 juli

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 1

Slide 3 - Diapositive

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 4 - Diapositive

in hoofdstuk 1 heb je al veel geleerd over getallen en cijfers. 
Dit hoofdstuk begint met herhaling uit hoofdstuk 1.
Cijfers en getallen
Er bestaan 10 cijfers : 0,1,2,3,4,5,6.7.8.9
Met deze cijfers kan je alle getallen maken.

b.v. 14 is een getal . Het is gemaakt van de cijfers 1 en 4.
b.v.9,4 is ook een getal Het is gemaakt van de cijfers 9 en 4
In deze les ga je nog meer leren over getallen.

Slide 5 - Diapositive

Schrijf de cijfers op.

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf de getallen op.

Slide 7 - Question ouverte

Gehele en decimale getallen
Een decimaal is een cijfer achter de komma. Een decimaal getal is een getal met een komma. 
Een geheel getal heeft geen komma of nul achter de komma.


Slide 8 - Diapositive

Even en oneven
Getallen kunnen even of oneven zijn. Eeven getallen kan je delen door twee. De uitkomst is dan een geheel getal.
Oneven getallen kan je niet delen door twee.
Even getallen: 0,2,4,6,8,10,12,14,16,18............
Oneven getallen zijn: 1,3,5,7,9,11,13,15,17,19.............

Slide 9 - Diapositive

Nieuwe woorden
Schrijf de woorden in jouw taal
decimaal getal/geheel getal/even/oneven

Slide 10 - Question ouverte

Nazeggen
De docent spreekt de nieuwe woorden uit. Zeg na. 
  • decimaal getal
  • geheel getal
  • even
  • oneven

Slide 11 - Diapositive

Schrijf de even getallen op.

Slide 12 - Question ouverte

Waar of niet waar?
Als je twee even getallen bij elkaar optelt , is de uitkomst altijd even.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Waar of niet waar?
Het verschil tussen twee oneven getallen is altijd even?
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar?
Als je twee even getallen vermenigvuldigd is de uitkomst altijd oneven.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Bereken en geef aan of je antwoord even of oneven is.
Misha koopt 5 ijsjes. De ijsjes kosten 1 euro per stuk. Hoeveel moet Misha betalen.

Slide 16 - Question ouverte

Bereken en geef aan of je antwoord even of oneven is.
In een bus zitten 15 mensen. Per persoon hebben zij 2 euro betaald. Hoeveel hebben de mensen in totaal betaald?

Slide 17 - Question ouverte

Het haar van Mieke is 53cm lang. Ze haalt er 12 cm af.
Hoe lang is het haar van Mieke nu?

Slide 18 - Question ouverte

De som van 34 en 6 is............

Slide 19 - Question ouverte

Het quotiënt van 12 en 4 is ....................

Slide 20 - Question ouverte

Het product van 5 en 8 is............

Slide 21 - Question ouverte

Het verschil tussen 90 en 3 is.......

Slide 22 - Question ouverte

Verdubbelen en halveren
Verdubbelen betekent ook dat je moet vermenigvuldigen
met 2. Je berekent dan het dubbele. je kan ook zeggen het is twee keer zoveel.

 Halveren betekent dat je moet delen door 2, je berekent dan de helft.

Slide 23 - Diapositive

Nieuwe woorden
Schrijf de woorden in jouw taal
verdubbelen/het dubbele/twee keer zoveel/halveren/de helft

Slide 24 - Question ouverte

Waar of niet waar?
Als je een even getal verdubbelt, is de uitkomst altijd oneven.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

Waar of niet waar?
Als je een getal halveert, is de uitkomst altijd oneven.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Waar of niet waar?
Als je een getal eerst verdubbelt en daarna halveert, heb je weer hetzelfde getal als in het begin.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Verdubbel of halveer de getallen
Het dubbele van 4 is........?

Slide 28 - Question ouverte

Verdubbel of halveer de getallen
Het dubbele van 12 is........?

Slide 29 - Question ouverte

Verdubbel of halveer de getallen
De helft van 26 is........?

Slide 30 - Question ouverte

Verdubbel of halveer de getallen
De helft van 1000 is........?

Slide 31 - Question ouverte

Verdubbel of halveer de getallen
Het dubbele van 3 is........?

Slide 32 - Question ouverte

Verdubbel of halveer de getallen
De helft van 780 is........?

Slide 33 - Question ouverte

Verdubbel of halveer de getallen
Het dubbele van 900 is........?

Slide 34 - Question ouverte

Verdubbel of halveer de getallen
De helft van 13 is........?

Slide 35 - Question ouverte

  • Maak de taken van Blz. 193 tot en met blz. 195
  • Doe dit in stilte (stoplicht)

Slide 36 - Diapositive

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 37 - Diapositive