Before exam week, general check up

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos a la útlima clase!

Startklaar

       

      Telefoon in het zakkie 

      Laptop dicht op tafel 
       Map en pen op tafel

       

      

Welkom bij onze laatste Spaanse les van het jaar.

Home Sweet Home

Learner Profile: Open Minded, Knowledgeable/ Mente abierta, sabio

ATL: Communication Skills, Social Skills/ Comunicación y destreza social

Related concepts: Message/ Mensaje

Key concept: Creativity/ Creatividad

Statement of Inquiry

Global context: Orientation in time and space/ Orientación en tiempo y espacio

Días de la semana:

LUNES 

MARTES 

MIÉRCOLES

JUEVES

VIERNES

SÁBADO

DOMINGO

Dag, nummer, maand en jaar. Voorbeeld:

Jueves, 30 de mayo de 2025.

TODAY WE ARE HAVING AN INTERACTIVE CLASS TO REVIEW EVERYTHING YOU'LL FIND AT THE EXAM.

Nummers in het Spaans

DICTAAT

WOORDEN MET K EN TH 

DICTAAT

Wat is een "barrio" in het Nederlands?

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

es

eres

sois

son

soy

somos

Yo ......... la directora de un coro.

Nosotros.......................muy simpáticos.

Alma y Juan......................mexicanos.

Tú ...................... muy buena estudiante.

Mi hermana.................... profesora.

Jack y tú........................ muy internacionales.

Tener:hebben

Tener: hebben

Sleep de persoonsvorm bij het juiste werkwoordsvorm van TENER/hebben.

yo

él, ella, usted

tú

 nosotros

vosotros

ellos, ellas, ustedes

tengo

tienes

tiene

tenemos

tenéis

tienen

Sleep de juiste vorm van 'TENER' naar het juiste doel.

Maria y Paco  _____ una casa grande

Nosotros _______ dos perros

Tú________ diez años

Yo _______  clase de español

Vosotras _____ un hermano

TIENEN

TENEMOS

TIENES

TENGO

TENEIS

La carnicería

La heladería

La tienda

La naturaleza

La panadería

El mercado

La peluquería

El campo de fútbol

El museo

La estación

De slagerij

De kapper

Het station

Het museum

De ijssalon

De natuur

De winkel

De bakker

De markt

Het voetbalveld

Estar: zich bevinden

Estar: zich bevinden

yo

él, ella, usted

tú

 nosotros

vosotros

ellos, ustedes

estoy

estás

está

estamos

estáis

están

Geeft de vervoeging van de regelmatige werkwoorden : tegenwoordige tijd 

Sofie y Amina _____ (estar) de vacaciones en Madrid.

Tije y yo______(estar) en el salón 314.

¿Tú________ (estar-tú) en casa o en el colegio?

Yo _______ (estar) en la casa de mi abuela

Lisa y tú _____(estar-vosotros) en Holanda.

están

Estamos

estás

estoy

estáis

Describe. Define.

Location. Temporary status.

Exists.

SCHRIJF EEN ZIN MET ENCIMA,

A LA DERECHA EN DETRÁS.

Was ESTAR de beste werkwoord?

zapato = zapat ería

pan = pan adería

flor = flor istería

pelo = pel u quería

libro = libr ería

pescado = pesc adería

Before exam week, general check up

           Begrippen
           uit deze les

Hoe het examen verloopt

Woordenschat winkels en wijk

Vragen?

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket. 

Bonus vraag.

¿... te llamas?

¿... años tienes?

¿... está mi móvil?

¿... es tu número de teléfono?

Cómo

Cuántos

Dónde

Cuál

MUY BUENA SEMANA, CHICOS. 

DISFRUTAD DEL BUEN CLIMA.