b1 les 6

B1 les 6
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

B1 les 6

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplan
1.  Check in: Hoe gaat het met je?
2.  voegwoorden/signaalwoorden
3. Spreken
4. Grammatica dan/als
5. Spreken
volgende les: 
huiswerk: lezen en schrijfopdracht + https://www.youtube.com/watch?v=oz1DLM-OeWI  


Slide 2 - Diapositive

https://www.youtube.com/watch?v=oz1DLM-OeWI 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het goede voegwoord in
en – want – maar – omdat – om – als
1 Ik blijf vanmiddag thuis, __________ ik bezoek krijg van mijn vriend en
 zijn kinderen.
2 Het bezoek komt wel, __________ helaas een uur te laat.
3 De volwassenen drinken koffie __________ de kinderen limonade.
4 __________ het 5 uur is, is het tijd om naar huis te gaan.
5 We maken een nieuwe afspraak, __________ het was gezellig.
6 __________ het oktober is, zien we elkaar weer.
7 Ik ga naar de snackar, __________ ik heb geen tijd meer om te koken.
8 Eten in een snackbar is gemakkelijk __________ ook erg ongezond.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn verschillende soorten signaalwoorden:
Opsomming: ten eerste, en, eveneens, zowel ... als, tevens, daarbij,
vervolgens, bovendien, verder, ook, een andere, daarnaast, ten slotte, tot slot.

Toelichting/voorbeeld: zoals, bijvoorbeeld, zo, een voorbeeld, dat blijkt uit,
dat komt voor bij, ter illustratie, onder andere, neem nou, u kent het wel, ter
verduidelijking.

Volgorde: eerst, vervolgens, dan, daarna, later, voorafgaand, toen, terwijl,
voordat, nadat, zodra, intussen, vroeger.
Ook tijdsaanduidingen kunnen een signaal geven: In 1972, een jaar later, op
12 mei, sinds die tijd, enz.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

signaalwoorden
Oorzaak/gevolg: door, waardoor, daardoor, doordat, zodat, te danken aan, te
wijten aan, als gevolg van, dientengevolge, had als gevolg, wegens.

 Doel/middel: om ... te, door te, door middel van, met behulp van, opdat,
daarmee, daartoe, teneinde, met als doel, daarvoor.

Voorwaarde: als, indien, mits, wanneer, tenzij, stel dat, in het geval,
aangenomen dat.

Reden/verklaring: want, omdat, dat blijkt uit, hierom, derhalve, aangezien, 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil tussen een voegwoord en een signaalwoord
Een voegwoord verbindt zinnen en kan een bijzin inleiden.
Een signaalwoord maakt de structuur van een tekst duidelijk, maar verbindt geen zinnen zoals een voegwoord dat doet.

"Ik blijf thuis, want het regent."
"Hij houdt van sporten. Bijvoorbeeld tennis en voetbal."

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekoefening: Wat vind jij belangrijk voor een goed leven? 
- reizen, gezondheid, vrijheid, een eigen huis, trouwen, kinderen, geld, een goede baan, controle hebben over je leven

1. In welke volgorde zou jij deze dingen zetten?
2. Zijn er voor jou nog andere dingen die belangrijk zijn? 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat past bij jou?
1. Ik groeide op op het platteland.
2. Mijn vader werkte in de industrie.
3. Wij hadden een vrijstaand huis.
4. Wij woonden in een heuvelachtig gebied.
5. Mijn ouders verbouwden hun eigen groenten.
6. Ik schaatste in de winter.
7. Wij leefden in een vochtig klimaat.
8. Ik ging vaak bij familie op bezoek.
9. Ik reisde met de bus.
10. Er was veel vervuiling in mijn omgeving.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreken: Kies twee woorden en maak een zin
af en toe
het gebied
de heuvel
de jeugd
het klimaat
de rand
het terrein
het veld
verbouwen
vlak
vochtig
zweten

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekoefening: Kwaliteiten
Vriendelijk
Hardwerkend
Slim
Creatief
Geduldig
Sportief
Zorgzaam
Grappig

“Wat is jouw belangrijkste kwaliteit?”

 bijvoorbeeld:
“Mijn belangrijkste kwaliteit is geduldig.”

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreken
1. Kun je ziek worden door je werk? Geef een voorbeeld van zo'n ziekte.
2. Waar heb je dan last van?
3. Wat is de oorzaak van zo'n ziekte denk je?
4. Hoe zorg je ervoor dat je niet ziek wordt? Hoe kun je de ziekte voorkomen?
5. Hoe kun je de ziekte behandelen? Denk aan medicijnen, rust, operatie. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat heb je geleerd?
- Wat wil je volgende week leren?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

schrijfopdracht 
 uitnodiging voor een feest.
Je bent volgende week vrijdag 10 jaar getrouwd. Je gaat een feest geven.
Omdat er heel veel mensen komen, is het feest niet thuis, maar in de kantine
van sportclub “De Trappers”. Het adres is Meerlaan 72 in Amsterdam West.
Je hebt bijna iedereen al gevraagd voor het feest, alleen de buren nog niet.
Je gaat naar de buren toe, maar ze zijn niet thuis. Daarom schrijf je een kort
briefje. Schrijf in het briefje de volgende dingen:
- waarom is het feest
- de buren mogen ook komen
- op welke dag is het feest
- hoe laat begint het
- waar is het feest

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions