TaalCompleet 7.1
1 / 25
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de fiets
B
de bus
C
de auto
D
het station
Slide 2 - Quiz
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de fiets
B
de bus
C
de auto
D
het station
Slide 3 - Quiz
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de fiets
B
de bus
C
de auto
D
het station
Slide 4 - Quiz
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de fiets
B
de bus
C
de auto
D
het station
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
het station - de ...
Slide 7 - Question ouverte
het vliegtuig - de ...
Slide 8 - Question ouverte
de trein - de ...
Slide 9 - Question ouverte
de bus - de ...
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de trein
B
het vliegtuig
C
de tram
D
de metro
Slide 12 - Quiz
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de trein
B
het vliegtuig
C
de tram
D
de metro
Slide 13 - Quiz
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de trein
B
het vliegtuig
C
de tram
D
de metro
Slide 14 - Quiz
Wat zie je op
het plaatje?
het plaatje?
A
de trein
B
de boot
C
de tram
D
de metro
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Zij gaat met ... naar Frankrijk.
A
het vliegtuig
B
laat
C
neem
D
reizen
Slide 17 - Quiz
Wij willen in de zomer naar Spanje ...
A
het vliegtuig
B
laat
C
neem
D
reizen
Slide 18 - Quiz
Ik ... altijd de bus naar school.
A
het vliegtuig
B
laat
C
neem
D
reizen
Slide 19 - Quiz
Het is al 22.00 uur. Het is ... !
A
het vliegtuig
B
laat
C
neem
D
reizen
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
hij reist
Slide 22 - Question ouverte
het station
Slide 23 - Question ouverte
ik neem
Slide 24 - Question ouverte
de bus
