Unit 4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Unit 4 Canada

What will we learn?

Canadian stuff

More vocab (obviously)

Grammar: toekomst - to be going to

& present continuous

And recaps from Unit 1,2,3

00:21

Wat doen Canadezen op hun patat?

1. Ketchup
2. Mayonaise
3. Kaas en sju

00:53

Wat doen Candezen niet graag?

1. Klagen
2. Kletsen
3. Zingen

01:12

Wat zijn heel bekende Canadese dieren?

1. Eland, ijsbeer, grizzly beer
2. Koe, paard
3. Walvis, honden

01:43

Wat zijn bekende Canadese sporten?

1. IJshockey
2. Voetbal
3. Wintersporten

02:47

Wat zegt een Candees vaak aan het eind van een zin?

1. oh really?
2. eh?

02:58

Wat is het betaalmiddel in Canada?

1. Euro
2. Amerikaanse dollar
3. Canadian dollar

More facts about Canada

* De naam Canada is afgeleid van het Indiaanse woord kanata, wat nederzetting betekent
* Officiële talen zijn: Engels en Frans
* Het land werd al duizenden jaren bewoond door Indianen en Inuit (eskimos') voordat het vanaf de 16e eeuw door de Europeanen, met name Fransen en Engelsen werd overgenomen (gekoloniseerd)

In Magister:

In de les:

Maken § 4.1

Homework:

§  4.1 af