Unit 4 start

Unit 4 Canada
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Unit 4 Canada

Slide 1 - Diapositive

What will we learn and why?
Canadian stuff
More vocab (obviously)
Grammar: 
question tags, much/many etc



Slide 2 - Diapositive

6

Slide 3 - Vidéo

00:21
Wat doen Canadezen op hun patat?
A
Ketchup
B
Mayonaise
C
Kaas en sju

Slide 4 - Quiz

00:53
Wat doen Candezen niet graag?
A
Klagen
B
Kletsen
C
Zingen

Slide 5 - Quiz

01:12
Wat zijn heel bekende Canadese dieren?
A
Eland, ijsbeer, grizzly beer
B
Koe, paard
C
Walvis, honden

Slide 6 - Quiz

01:43
Wat zijn bekende Canadese sporten?
A
IJshockey
B
Voetbal
C
Wintersporten

Slide 7 - Quiz

02:47
Wat zegt een Candees vaak aan het eind van een zin?
A
oh really?
B
eh?

Slide 8 - Quiz

02:58
Wat is het betaalmiddel in Canada?
A
Euro
B
Amerikaanse dollar
C
Canadian dollar

Slide 9 - Quiz

More facts about Canada
* De naam Canada is afgeleid van het indiaanse woord kanata, wat nederzetting betekent
* Officiële talen zijn: Engels en Frans
* Het land werd al duizenden jaren bewoond door indianen en inuit (eskimos') voordat het vanaf de 16e eeuw door de Europeanen, met name Fransen en Engelsen werd overgenomen (gekoloniseerd)

Slide 10 - Diapositive

In Magister:
In de les:
Maken § 4.1 exercises 1, 2, 3

Homework:
§  4.1 ex 1, 2, 3 af


Slide 11 - Diapositive