4H 4.4 Migratie naar Nederland (2025)

4.4 Migratie naar Nederland
lesboek bladzijdes 132 t/m 135 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

4.4 Migratie naar Nederland
lesboek bladzijdes 132 t/m 135 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen uit welke groepen de migranten bestaan
  • Je kunt uitleg geven over de gastarbeiders van de jaren 60 van de vorige eeuw en over de migranten uit voormalige koloniën

Slide 2 - Diapositive

Wat is migratie?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Wat is een vluchteling?
A
Een gelukszoeker
B
Iemand die vertrekt uit zijn/haar eigen land omdat het daar niet veilig is
C
Iemand die vertrekt uit zijn/haar eigen land om ergens anders werk te vinden
D
Een asielzoeker

Slide 5 - Quiz

Definitie 
Een vluchteling is een persoon die gedwongen zijn of haar land is ontvlucht vanwege oorlog, geweld of vervolging, in veel gevallen plotseling en zonder voorafgaande waarschuwing. Zij kunnen niet naar huis terugkeren totdat de omstandigheden in het land van herkomst veilig zijn. Redenen voor vervolging kunnen godsdienst, politieke overtuiging, seksuele voorkeur of het behoren tot een bepaald etnische groep zijn.

Bron: Stichting Vluchteling & VN-vluchtelingenverdrag (1951)


Slide 6 - Diapositive

Hoeveel miljoen mensen waren in 2024 op de vlucht?
A
30 miljoen
B
65 miljoen
C
100 miljoen
D
120 miljoen

Slide 7 - Quiz

Waar worden de meeste vluchtelingen opgevangen?
A
In de eigen regio van het land van waaruit is gevlucht
B
In Duitsland en Nederland
C
Verdeeld over heel Europa
D
In Amerika

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Top 5 (2023)
1. Iran 3,4 miljoen
2. Turkije 3,4 miljoen
3. Duitsland 2,5 miljoen
4. Colombia 2,5 miljoen
5. Pakistan 2,1 miljoen

Slide 10 - Diapositive

Hoeveel leefgeld krijgt een asielzoeker per persoon in Nederland?
A
Bij aankomst meteen een volledige uitkering per ouder en voor de kinderen kinderbijslag
B
10000 euro zakgeld om het nieuwe huis dat ze meteen na aankomst krijgen, in te richten
C
50,42 euro leefgeld per week, dus 201,68 euro in de maand
D
14,87 euro leefgeld per week, dus 59, 48 in de maand

Slide 11 - Quiz

Geef een schatting van het aantal mensen dat asiel aanvroeg in 2024 in Nederland, zonder Oekraïners mee te tellen

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

In NL is er 1 aanmeldcentrum: in Ter Apel. Alleen daar kan iedereen zich aanmelden. 
De IND beoordeelt dit. Dit mag maximaal 9 maanden duren. Door bezuinigingen op de IND, duurt dit veel langer. Als je mag blijven, word je een statushouder of een vergunningshouder genoemd 

Slide 16 - Diapositive

Andere migrantengroepen 
1. Gastarbeiders
2. Voormalige koloniën 
3. Gezin 

Slide 17 - Diapositive

Gastarbeiders 

Slide 18 - Diapositive

1. Gastarbeiders 
  • Arbeidsmigranten uit de jaren 60 

  • Groeiende economie 

  • Spanje, Italië, Griekenland, Turkije en Marokko 


Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Kolonies

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Gezin

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Hoeveel neem je over?
Als nieuwkomer in Nederland krijg je te maken met nieuwe gewoonten, normen en waarden. 3 mogelijkheden:
1. assimilatie.
2. segregatie.
3. integratie.

Slide 26 - Diapositive

1. Assimilatie
Je vervangt bijna alles van de cultuur waar je vandaan komt door de dominante cultuur van het land waar je woont.


Slide 27 - Diapositive

2. Segregatie

Slide 28 - Diapositive

Segregatie
Sterke scheiding van bevolkingsgroepen

Aparte wijken, aparte scholen, enz. 

Slide 29 - Diapositive

3. Integratie
Wanneer nieuwkomers Nederlandse gewoonten overnemen, maar ook veel dingen van hun eigen cultuur houden.


Wederzijdse aanpassing

Slide 30 - Diapositive

Basisafspraken 
Om met elkaar samen te kunnen leven, zijn basisregels erg belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan:
  • de vrijheid van godsdienst.
  • de gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
  • het verbod op discriminatie
  • het recht op vrijheid van meningsuiting.

Basisregels kunnen dus met elkaar botsen door de verschillende culturen --> waarom?

Slide 31 - Diapositive

Huiswerk
Neem alle stof voor de toets een keer door 

Slide 32 - Diapositive