Leerjaar 4 Economie hst 2 les 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

2.1 Waarmee betaal je? 

Hst 2 Geld moet rollen

Leerdoelen

• Je leert wat geldfuncties zijn en kunt voorbeeld hiervan benoemen
• je leert wat elektronische betalen betekend en kunt er voorbeeld van benoemen
• Je leer wat een saldo is en kunt begrippen uitleggen zoals debet, credit en rood staan
• Je leert het saldo te berekenen van een rekening 

Geldfuncties

1. Ruilmiddel
2. Rekenmiddel
3. Spaarmiddel

Elektronisch betalen

Creditkaart van 18

Saldo 

Wat is je saldo? 

Saldo is het geld wat nog op je bankrekening staat.

'In de plus' (Credit) & 'In de min' (Debet)

Over een negatief saldo moet je rente betalen. 

Saldo

• = ... bedrag op de rekening
• Positief = credit
• Negatief = debet
• Hoeveel in totaal uitgegeven?
• Hoeveel inkomsten?
• Hoe groot was het saldo op 18 oktober?

Aan de slag

Maken opdracht 1 t/m 14 (niet af = huiswerk)