Het wederkerend werkwoord (NT2)

Het wederkerend (reflexieve) werkwoord

en het
Wederkerend  voornaamwoord (reflexief pronomen)
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het wederkerend (reflexieve) werkwoord

en het
Wederkerend  voornaamwoord (reflexief pronomen)

Slide 1 - Diapositive

Hé, wat doe jij nou?
Ik verzorg mijn haar, ik verzorg mijn lichaam, ik verzorg mijn lippen
(Verzorg = gewoon werkwoord)

Ik verzorg me
(Verzorg + wederkerend werkwoord)

Slide 2 - Diapositive

Het wederkerend werkwoord
Wordt veel gebruikt in soaps: 

Ik voel me niet goed.... 
Ik maak me zorgen.... Zij maakt zich zorgen..



..

Slide 3 - Diapositive

Wat is het wederkerend werkwoord?

Deze werkwoorden zeggen vaak iets over onszelf

Een wederkerend werkwoord is een werkwoord dat niet zonder een vorm van 'zich' kan. 

- Hannah voelt zich ziek -


Slide 4 - Diapositive

Het wederkerend werkwoord

Het woord ''zich'' verwijst altijd terug (wederkerend) naar het onderwerp. 



- Hannah wast zich met zeep - (Zich verwijst naar Hannah)


Slide 5 - Diapositive

Het wederkerend werkwoord + wederkerend voornaamwoord

ik voel me niet goed
jij voelt je niet goed
Hij/zij voelt zich niet goed...U voelt zich niet goed 
wij voelen ons niet goed
Jullie voelen je niet goed
Zij voelen zich niet goed 

Slide 6 - Diapositive

Het wederkerend werkwoord + wederkerend voornaamwoord

Voelen is hier het wederkerend werkwoord 
(reflexief werkwoord)

De vorm van 'zich is het wederkerend voornaamwoord 
(reflexief pronomen)



Slide 7 - Diapositive

Inloggen

Willen jullie de app van lesson up installeren en openen



Slide 8 - Diapositive

Waar verwijst 'zich' naar? in de zin: ''Omid realiseerde zich niet dat hij te laat was.''

Slide 9 - Question ouverte

"Mijn dochter geeft me een rode roos.'' Is dit een zin met een wederkerend werkwoord?
A
vast
B
nee
C
misschien
D
ja

Slide 10 - Quiz

Hoe is dit in andere talen?

Slide 11 - Diapositive

Het Italiaans
Kent veel meer wederkerende werkwoorden

Ik sta me op
ik was me
ik douche me
Ik kam me
ik was me mijn tanden


Slide 12 - Diapositive

Het Arabisch
Kent geen wederkerende werkwoorden maar verandert de zin
Bijv.  ik maakte een fout i.p.v. ik vergis me.

-Hierdoor herkennen zij vaak de wederkerende vorm niet. 
-In het Arabisch komen 'normale' voornaamwoorden sowieso op een andere plaats voor in een zin (vaak na een werkwoord) 

Slide 13 - Diapositive

Waarom is dit moeilijk voor NT2-leerders?

1. Er moet een nieuw soort voornaamwoord geleerd worden nl. het wederkerend voornaamwoord. Welk wederkerend voornaamwoord hoort bij welke vorm? 
ik-me
jij-je
hij-zich etc. 

Slide 14 - Diapositive

Waarom is dit moeilijk voor NT2-leerders?


2. Sommige werkwoorden zijn altijd wederkerend, sommige werkwoorden zijn soms wederkerend. Dit maakt het voor NT2 leerders onvoorspelbaar.


Slide 15 - Diapositive

Bijv. 
- Het werkwoord 'vergissen' is altijd wederkerend. 
Ik vergis me, hij vergist zich, wij vergissen ons. 
Het kan niet: ik vergis jou of ik vergis mijn boek.

- Het werkwoord 'wassen' is soms wederkerend en soms niet.
Ik was me, hij wast zich of ik was mijn auto


Slide 16 - Diapositive

Is het werkwoord soms wederkerend en soms niet?

Bij deze werkwoorden kan je, na het wederkerend voornaamwoord, het woord -zelf gebruiken.

Wel: ik was mezelf, ik scheer mezelf. (de betekenis blijft gelijk)
Niet: ik vergis mezelf, wij concentreren onszelf



Slide 17 - Diapositive

Waarom is dit moeilijk voor NT2-leerders?

3. De plaats van het wederkerend voornaamwoord is niet altijd hetzelfde

In de hoofdzin: wkv is na het 1e werkwoord  (Hannah wast zich)
In de bijzin:wkv is na het onderwerp (Ik weet niet of zij zich wast)
Bij inversie: wkv is na het onderwerp (Wast Hannah zich)


Slide 18 - Diapositive

Animatie plaats in de zin


Hier de link van coutinho

Slide 19 - Diapositive

Waarom is dit moeilijk voor NT2-leerders?


Wat dacht je van de wederkerende scheidbare werkwoorden 

Ik kleed me aan
Hij schrijft zich in

Slide 20 - Diapositive

Wat en wanneer in de les 

1. A1: start altijd met het vervoegen van 'normale' werkwoorden 
2. A2: werk aan de vaste wederkerende werkwoorden met de daarbij horende wederkerende voornaamwoorden
Deze uit het hoofd leren!
3. A2/B1: bied ook de variabele wederkerende werkwoorden aan. 

Slide 21 - Diapositive

Verschillende onderdelen in de les
1. wederkerende voornaamwoorden leren bij de verschillende personen. ik - me, hij - zich, jij - je, wij - ons, jullie - je, zij - zich 
2. de plaats in de zin leren bij hoofdzin, inversie en bijzin
3. voorbeelden van wederkerende werkwoorden
4. spreken: bijv. in tweetallen
5. grammatica oefeningen. Zet het wederkerende voornaamwoord op de goede plek.

Slide 22 - Diapositive

Voorbeelden
zich aanpassen                                        zich vermaken
zich aanmelden                                        zich herinneren
zich douchen                                             zich schamen
zich ergeren                                               zich verslapen
zich vervelen                                               
zich voelen                                                 EN NOG VEEL MEER
zich opmaken                                           

Slide 23 - Diapositive

Spreekoefeningen 
Werk in tweetallen. Stel elkaar de vragen en geef antwoord.
1. Verslaap je je wel eens?
2. Vermaak je je goed in het weekend of verveel jij je vaak?
3. Erger je je wel eens aan je buren?
4. Waar verbaas jij je over in Nederland?
5. Verheug je je op de vakantie?

Slide 24 - Diapositive

Grammaticaoefeningen 
Zet het wederkerend voornaamwoord op de goede plek?
1. Ellen maakt bijna nooit op.
2. Hij houdt nooit aan afspraken.
3. Gisteren heb ik goed geamuseerd in het café. 
4. U moet bij de receptie melden.
5. Ik wil vragen of ik nog kan inschrijven voor de cursus. 

Slide 25 - Diapositive

Bronnen
https://taaladvies.net/termen-voornaamwoord/

https://taaladvies.net/wedehttps://taaladvies.net/termen-voornaamwoord/rkerend-of-persoonlijk-voornaamwoord/

https://taaladvies.net/u-vergist-zich-of-u/
https://www.schrijfwijzer.nl/taalvragen/verwarwoordenboek/verwarwoord/650/wederkerend-wederkerig-
https://wijzeroverdebasisschool.nl/uitleg/wederkerig-en-wederkerend-voornaamwoordwederzijds#:~:text=Bij%20wederkerig%20ligt%20meer%20de,het%20gebruik%20van%20'zich'.


Slide 26 - Diapositive

Bronnen
https://wijzeroverdebasisschool.nl/uitleg/wederkerig-en-wederkerend-voornaamwoord

Boeken:
In zicht 
Eenvoudige basisgrammatica NT2
Zichtbaar Nederlands


Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Het wederkerend werkwoord
Sommige werkwoorden worden altijd met het woord ''zich'' gebruikt. 

Bijvoorbeeld: zich herinneren
zich haasten
zich zorgen maken. 

Slide 29 - Diapositive

Het wederkerend werkwoord
Sommige werkwoorden worden SOMS met het woord ''zich'' gebruikt. 

Bijvoorbeeld: zich aankleden (ik was me/ ik was mijn zoon)
de politieagent doucht zich/ de politie-agent doucht hem
zich scheren: ik scheer me/de kapper scheert hem.  

Slide 30 - Diapositive

Ik was jou! Nee, ik was me! 

Slide 31 - Diapositive