Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
T3 § 5.7 grammatica
VANDAAG
GRAMMATICA § 5.7:
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
WERKEN AAN BOEKVERSLAG
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
VANDAAG
GRAMMATICA § 5.7:
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
WERKEN AAN BOEKVERSLAG
Slide 1 - Diapositive
5.7 grammatica
Aanwijzend, vragend en wederkerend voornaamwoord.
Slide 2 - Diapositive
Welke woordsoorten ken je zelf nog?
Slide 3 - Carte mentale
Kijk naar de volgende zin. Sleep de woorden naar de juiste woordsoort. Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
hulp- werkwoord
Voorzetsel
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
hoofd- telwoord
zelfstandig werkwoord
rangtelwoord
Hij
heeft
voor
zijn
verjaardagsgeld
een
nieuwe
fiets
gekocht.
rode
met
drie
bellen
Slide 4 - Question de remorquage
Kijk naar de volgende zin. Sleep de woorden naar de juiste woordsoort. Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten
hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
hulp- werkwoord
Voorzetsel
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
hoofd- telwoord
zelfstandig werkwoord
rangtelwoord
Op
het
laatste
moment
besloot
hij
sterkere
snelbinders
te kopen.
Slide 5 - Question de remorquage
Slide 6 - Diapositive
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de volgende zin:
Zie je die jongen daar?
A
Zie
B
je
C
die
D
daar
Slide 7 - Quiz
Deze meiden willen graag een mode-opleiding volgen.
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in deze zin?
A
deze
B
meiden
C
willen
D
een
Slide 8 - Quiz
Wanneer wilde jij welk vak doen?
Wat is het vragend voornaamwoord?
A
Wanneer
B
wilde
C
welk
D
doen
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Wanneer wilde jij welk vak doen?
"Wanneer" is een...
A
zelfstandig naamwoord
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Hij schaamt zich enorm.
Wat is het wederkerend voornaamwoord in deze zin?
A
Hij
B
schaamt
C
zich
D
enorm
Slide 14 - Quiz
Wat zijn de vier belangrijkste aanwijzend voornaamwoorden?
Slide 15 - Question ouverte
Noem de 4 vragende voornaamwoorden.
Slide 16 - Question ouverte
Er zijn ook bijwoorden die je kunt gebruiken om een vraagzin te maken. Welke bijvoorbeeld?
Slide 17 - Question ouverte
Hij past zich makkelijk aan aan de omstandigheden. (WKW)
Slide 18 - Question ouverte
Deze rokjes zijn veel leuker dan die daar! (AWV)
Slide 19 - Question ouverte
Wat voor een type broek vind jij mooi? (VRV)
Slide 20 - Question ouverte
Opdrachten
Paragraaf 5.7, opdracht 1 t/m 7
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
M3, 5.7 grammatica
May 2025
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Talent H4 kader 4.7 grammatica
April 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
4.7 grammatica
May 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Talent H4 kader 4.7 grammatica
May 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Herhaling grammatica woordsoorten - Cursus 5
May 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
1.8 Grammatica woordsoorten Herhaling - les 2
March 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H2 2.8 Woordsoorten (les 7 ma)
August 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Les 1 Woordsoorten / Woordbenoeming
August 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1