Opdracht 7 A&F - alleen quiz vragen
1 / 16
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel spieren zitten er in het paardenlichaam?
A
500
B
600
C
700
D
800
Slide 2 - Quiz
Hoeveel procent van het totale lichaamsgewicht van het paard bestaat uit spiermassa?
A
45%
B
50%
C
55%
D
60%
Slide 3 - Quiz
Wat is de functie van een spier?
Slide 4 - Question ouverte
Spieren worden onderverdeeld in 3 groepen. Welke?
A
Gladde, dwarsgestreepte en hartspier
B
Gladde, ruwe en hartspier
C
Dwarsgestreepte, gladde en ruwe
D
Gladde, dwarsgestreepte en harde
Slide 5 - Quiz
Hoe is een spier opgebouwd?
A
Spier - bloed - weefsel
B
Spiervezels - spier -spierbundels
C
Spier - spierbundels - spiervezels
D
Spiervezels - spierbundels - spier
Slide 6 - Quiz
De doorbloeding van een spier is...
A
Goed
B
Slecht
Slide 7 - Quiz
Waarom herstelt een blessure aan een spier vaak veel sneller dan een peesblessure?
Slide 8 - Question ouverte
Onwillekeurig
Willekeurig
Gladde spier
Dwarsgestreepte spier
Hartspier
Slide 9 - Question de remorquage
Hoe noem je spieren die in paren werken?
A
Deze hebben geen naam
B
Agonisten
C
Antagonisten
D
Spierwerking
Slide 10 - Quiz
Wanneer een paard staat te dommelen zet hij vaak zijn been ‘op rust’. Hoe heet het mechanisme dat dit mogelijk maakt?
A
Het spanzaagmechanisme
B
Het heeft geen naam
C
Ruststand
Slide 11 - Quiz
De doorbloeding van een pees is...
A
Goed
B
Slecht
Slide 12 - Quiz
Wat is een andere naam voor peesbanden?
Slide 13 - Question ouverte
De onderbenen van paarden zijn niet goed doorbloed. Welke paarden hebben een extra groot risico op peesblessures?
Slide 14 - Question ouverte
De temperatuur van een pees is ………… dan de temperatuur van een spier.
A
Lager
B
Hoger
Slide 15 - Quiz
Wat gebeurt er in de pees wanneer je met peesbeschermers of bandages rijdt?
