Les 6 - Staatsvormen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, t
• Leerjaar 3

Les 6 - Staatsvormen

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid

rechtsstaat

Nederland is een rechtsstaat        een land waar de rechten en plichten van de burgers en van de overheid in wetten staan.

Kortom: een land met wetten

Nederland is ook een democratie, omdat                wij de politici zelf hebben gekozen.

Nederland is dus een democratische rechtsstaat.

Legaliteitsbeginsel (5.3)

Bij de trias politica/een rechtsstaat hoort het legaliteitsbeginsel. Iedere handeling moet gebaseerd zijn op een wet.

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid

Autoritaire staten

In een rechtsstaat heb je veel vrijheden en rechten. denk aan privacy, stemrecht, meningsuiting.

Heb je weinig rechten of vrijheden en is heeft een kleine groep mensen de macht of zijn de baas. dan dan spreken we over        autoritaire landen.

autoritair = bazig of dwingend

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid

Autoritaire staten

Autoritaire staten hebben vaak wel een parlement, maar daarin zitten vooral mensen die het met de machthebbers eens zijn.

Verkiezingen zijn vaak oneerlijk

Niet iedereen heeft toegang tot                               bijvoorbeeld de media.

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid 

dictatuur

De meest strenge autoritaire staten noemen we dictaturen.        een persoon, of een hele kleine groep mensen heeft alle macht.

Inwoners hebben vaak geen rechten.

Je mag niet je eigen mening geven.

rechtsstaat  5.1 vrijheid en onvrijheid 

dictatuur

Machthebbers  accepteren geen kritiek.

Journalisten kunnen hun werk niet doen.

Er mag alleen positief over de leiders gesproken worden. Er wordt expres informatie achtergelaten of veranderd. Dit noem je       censuur.

Aan het werk

Werkblad - Dictatuur democratie.
Klaar? Lees hoofdstuk 5.1 in stilte door.

Maak in het werkboek de volgende opdrachten:

5.1: 2, 4, 5, 6, 9, 10, 11

Aan het werk.

Lees hoofdstuk 5.1  in stilte door. 

Maak in het werkboek de volgende opdrachten: 
5.1: 2, 4, 5, 6, 9, 10, 11

5.3 scheiding van macht/macht (KGT)

legaliteitsbeginsel

Bij de trias politica hoort het legaliteitsbeginsel. Iedere handeling moet gebaseerd zijn op een wet.

De uitvoerende macht mag pas iets doen als het in een wet staat, die door de wetgevende macht is goed gekeurd. 

De rechterlijke macht kan iemand pas veroordelen als in een wet staat wat niet mag.