Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Slide 1 - Diapositive
Planning vandaag
1e uur:
voorlezen
Journaal in Makkelijke Taal
2e uur: oefenblad werkwoorden
opdracht werkwoorden
4e uur: stillezen/Zebra + spreken
5e uur: debatles (2)
6e uur: zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
NOS Journaal in Makkelijke Taal
Slide 3 - Diapositive
voorlezen
Slide 4 - Diapositive
oefenblad werkwoordvervoeging
+ nieuw oefenblad
Slide 5 - Diapositive
antwoorden invulblad werkwoorden (B1)
staat, maakt, drinkt, eten, brengt
werkt, beantwoordt, belt, controleert, heeft
kookt, houden, proberen, lezen, kijken
ging, kocht, reisde, zocht
begon, stond, genoot, speelde, zong
liep, nam, vond
Slide 6 - Diapositive
antwoorden invulblad werkwoorden (B1)
heeft gehad, is gegaan, heeft gekocht, heeft bezocht, is geweest
heeft gewandeld, heeft gepraat, heeft genoten, heeft uitgeslapen, heeft gelezen, heeft gemaakt, heeft gewassen, heeft gevoeld/voelde, heeft gedaan, heeft ontspannen
Slide 7 - Diapositive
Spreekopdrachten
Slide 8 - Diapositive
stillezen
moeilijke woorden opschrijven
timer
10:00
Slide 9 - Diapositive
Zebra blz. 134 (LOB/NT2)
opdracht 1 samen
maken vanaf blz. 135
Slide 10 - Diapositive
Het debat (2)
Slide 11 - Diapositive
zelfstandig werken + 30 seconds
Zebra: maken vanaf blz. 135
eigen werk voor de gastlessen
Slide 12 - Diapositive
30 Seconds
30 seconden
Tweetallen
kaartjes
Slide 13 - Diapositive
het verslag
=een verhaal over hoe iets is gegaan, wat je hebt gedaan of wat er is gebeurd.
Je kan een verslag schrijven over wat je afgelopen week hebt gedaan.
Slide 14 - Diapositive
het verslag
Schrijf een verslag over wat jij de afgelopen week hebt gedaan.
Je schrijft per dag wat je hebt gedaan en hebt meegemaakt. Per dag gebruikt je minimaal twee zinnen. Gebruik voegwoorden, zoals en, want, maar, omdat, dus, voordat, zodat enz.
Je schrijft dus in de verleden tijd en de voltooide tijd.
Voorbeeld: Op maandag stond ik om 7.00 uur op en ben ik naar school gegaan.
Slide 15 - Diapositive
opdracht NOS Journaal in Makkelijke Taal/Jeugdjournaal
Kijk met iemand samen naar een NOS Journaal of een Jeugdjournaal
Je gaat daarna vertellen aan een ander tweetal wat er is gebeurd.
Vertel welk journaal en van welke dag jullie hebben gekeken.
Beantwoord de volgende vragen: wie, wat, wanneer, waar, waarom, hoe?
Slide 16 - Diapositive
Wat wordt er van je verwacht in de les?
Je telefoon leg je in je kluis.
Je bent op tijd (voor de bel) in de les.
Je gaat direct op je plaats zitten.
Als de docent je een andere plaats aanwijst, ga je daar zitten.
Je pakt je schrift en je pen. (en lesboek)
Je maakt aantekeningen tijdens de les.
Als je iets wil vragen/zeggen, steek je je hand op.
Tijdens de les spreek je Nederlands. Een uitzondering hierop is als je met elkaar aan het overleggen bent over de lesstof.