Reading 3K

Reading 3K 

lesson 1
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerroute VBLeerroute VKLeerroute 3Leerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Reading 3K 

lesson 1

Slide 1 - Diapositive

je krijgt steeds korte stukjes tekst te zien met daarbij de vraag
In de volgende slide staat dezelfde vraag nog een keer. Hier kun je dan het antwoord geven. 




Slide 2 - Diapositive

Text 1


The answer is ....

Slide 3 - Diapositive

Wat is de taak van de "parkeerfee"?
A
het bewaken van auto's van klanten
B
het bijvullen van parkeermeters van klanten
C
het inpakken van boodschappen voor klanten

Slide 4 - Quiz

Text 1
The answer is .b.

But how do you know it is .b.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 5 - Diapositive

Hoe weet je dat het antwoord...

Hoe weet je dat A het antwoord is? In welke zin staat dat? Geef de eerste twee woorden

Slide 6 - Question ouverte

Text 2
The answer is .a.

But how do you know it is .a.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 7 - Diapositive

Waarom droegen vier jongens van de school een rok?
A
als grap op de laatste schooldag
B
als protest tegen saaie schooluniformen
C
als tegenprestaties voor een verloren weddenschap

Slide 8 - Quiz

Text 2
The answer is .a.

But how do you know it is .a.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 9 - Diapositive

Hoe weet je dat het antwoord... is? In welke zin staat dat? Geef de eerste twee woorden

Slide 10 - Question ouverte

Text 3
The answer is .a.

But how do you know it is .a.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 11 - Diapositive

Op welke nieuwe manier kunnen apen bezoekers terugpesten?
A
lucht laten blazen
B
naar mensen spugen
C
van alles gooien

Slide 12 - Quiz

Text 3
The answer is .a.

But how do you know it is .a.?
Which sentences contains the answer?
Hoe weet je dat? In welke zin staat dat?

Slide 13 - Diapositive

Hoe weet je dat het antwoord... is? In welke zin staat dat? Geef de eerste twee woorden

Slide 14 - Question ouverte

bezigheid
interesse
bijbaan
vrije tijd
solliciatiegesprek
activity
interest
part-time job
spare time
job interview

Slide 15 - Question de remorquage

homework
practise
busking
job
crowd
charity

Slide 16 - Question de remorquage

What is her job?
a
She
teacher
is

Slide 17 - Question de remorquage

What is her job?
is
receptionist
a
He
She

Slide 18 - Question de remorquage

Chapter 5
Opdracht 1 t/m 4 page 62

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive