1.9 LES MARJOLEIN_Bijvoeglijk naamwoord

Het nieuws in makkelijke taal
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het nieuws in makkelijke taal

Slide 1 - Diapositive


Slide 2 - Question ouverte

De domme koning heeft een mooie lange, wollen jas aan.

Slide 3 - Question ouverte

De bijvoeglijke naamwoorden zijn?
Het mooie eendje zwemt in het vieze water.
A
het eendje
B
zwemt
C
het water
D
mooie & vieze

Slide 4 - Quiz

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
mooi
B
meubel
C
blauw
D
grijze

Slide 5 - Quiz

de gekke koning is blij
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
gekke & blij
C
gekke
D
koning

Slide 6 - Quiz

De vorm 
Na een ding/mens

- kort 

- De roos is rood.
-De lucht is blauw.

Slide 7 - Diapositive

Voor een ding/mens: lang
Langer maken:

-met -e
-met -en

Slide 8 - Diapositive

Voor een ding/mens
Langer maken: met -e

De cirkel is rond---De .....cirkel
De tafel is vierkant.----De .....tafel
De lucht is blauw------De .....lucht
De man is oud-----De ...... man

Slide 9 - Diapositive

Voor een ding/mens--materialen
Langer maken: met -en
Bij materialen


De wollen deken
De stalen deur 
 

Slide 10 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord met
een korte klank
a o u i

-krijgt twee medeklinkers:
de kerk is wit--de witte kerk

Slide 11 - Diapositive

Dus: een bijvoeglijk naamwoord met een korte klank, krijgt....
A
weet ik veel
B
2 medeklinkers
C
een taart
D
heel veel

Slide 12 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord met een lange klank, bijvoorbeeld: groot
A
krijgt 1 medeklinker
B
moet je vergeten
C
krijgt een taart
D
weet ik veel

Slide 13 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoord met
een lange klank
aa oo uu ii ee

-krijgt 1 medeklinker
de man is groot- de grote man
de tafel is laag- de lage tafel

Slide 14 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord eindigend op -f  of -s
slissen/fluiten

-krijgt een zachte klank

De lucht is grijs---de grijze lucht. 
Het kind is lief--het lieve kind
De huid is gaaf---de ........huid.

Slide 15 - Diapositive

De grijze lucht

Slide 16 - Diapositive

Maken opdracht (duo's)
Wat is de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord? 

Daarna: klassikaal bespreken. 

Slide 17 - Diapositive

Transfercheck

-Wanneer schrijf je de korte en wanneer de lange vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
-bijvoeglijke naamwoorden met een korte klank?--krijgen (voor een ding/mens..
-bijvoeglijke naamwoorden met een lange klank?--krijgen (voor een ding/mens)...


 

Slide 18 - Diapositive

Transfercheck

-bijvoeglijke naamwoorden met een korte klank?--krijgen (voor een ding/mens)...2 medeklinkers.
-bijvoeglijke naamwoorden met een lange klank?--krijgen (voor een ding/mens)...1 medeklinker.


 

Slide 19 - Diapositive

Maak opdracht 1.9 (werkblad)
-Zoek een advertentie op marktplaats.
-Vul het werkblad in. 

 

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk

Slide 21 - Diapositive