1.5 DNA en chromosomen [les 1]

Welkom

Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Pen, potlood & notitieschrift pakken

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Pen, potlood & notitieschrift pakken

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Vergelijk met een groepje (max 4) wat je hebt opgeschreven.
- Om de beurten noem je een celorganel en vertel je wat je hebt opgeschreven. 
- Vragen? Stel ze.....

Slide 3 - Diapositive

In het speeksel van de mens komt onder andere amylase voor. Het is een eiwit dat door de speekselkliercellen wordt gevormd. In die cellen wordt het opgebouwd, binnen de cel getransporteerd en dan aan de mondholte afgegeven. Dit kost natuurlijk allemaal energie.

Schrijf achtereenvolgens de namen op van de organellen die bij de processen een rol spelen. Zet erbij wat die organellen in deze cel doen.

Slide 4 - Question ouverte

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 5 - Question de remorquage

Dit zijn cellen uit een stengel, kunnen deze cellen suiker (glucose) maken?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Wat hebben we tot nu toe gedaan:
- Je hebt kennis gemaakt met alle onderdelen (organellen) van de cel.

- Je kent de functies en kan ze herkennen. (Zowel als plaatje als beschrijving van...)

Vragen?

Slide 7 - Diapositive

1.5 DNA en chromosomen

Je kunt uitleggen waaruit DNA is opgebouwd. 

Je kunt in een context aangeven hoeveel
chromosomen een cel bevat 

Slide 8 - Diapositive

Wat weet je hier al over?

Slide 9 - Carte mentale

Elke lichaamscel bevat hetzelfde DNA
A
Waar
B
Niet waar
C
Dat is niet te bepalen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

DNA ingezoomd

  • Bij een cel ligt het DNA gewikkeld om klosjes eiwitten (histonen)  als lange dunne slierten in de celkern. Dit noemen we chromatine

  • Vlak voor een celdeling rolt DNA zich op tot een chromosoom (compactere vorm)

  • Chromosomen zijn opgerold en compact en kun je (met de juiste) microscoop wel zien

  • Je hebt 46 of 23 paar chromosomen elke cel (behalve twee uitzonderingen). 

Slide 12 - Diapositive

Elke lichaamscel bevat 46 chromosomen. Elk chromosoom komt twee keer voor in de celkern. Technisch gezien heb je dus maar 23 unieke chromosomen die dubbel voorkomen.
Waarom hebben wij dus 23 x 2 = 46 chromosomen?
(PS: hoe kom je eigenlijk aan je chromosomen / DNA)

Slide 13 - Question ouverte

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt zichzelf op. 

Als de cel zich deelt, deelt hij ook de chromosomen. 
In al jouw cellen zitten daardoor 46 chromosomen, waarin dezelfde bouwbeschrijving' staat. 

(Alleen de zaadcellen en eicellen dus niet.)



Slide 14 - Diapositive

Karyogram

Karyogram laat de chromosomen van een menselijke cel gepaard zien liggen


Mensen hebben elk chromosoom 2x


Van elk paar is 1 chromosoom van je moeder en 1 chromosoom van je vader afkomstig


Alle cellen hebben hetzelfde pakketje chromosomen

Slide 15 - Diapositive

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern? (T1)
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
C
Hersencellen
D
Hypofyse cellen

Slide 16 - Quiz

Aantal chromosomen

Karyogram laat de chromosomen van een menselijke cel gepaard zien liggen


De hoeveelheid unieke chromosomen noemen we n

Bij de mens spreken we dus over n = 23 

Een mens heeft 2 x 23 chromosomen dit noemen we 2n of tewel 2x23

Slide 17 - Diapositive

Een levercel van een chimpansee heeft 48 chromosomen. Wat is de n? (T1)
A
48
B
96
C
24
D
1

Slide 18 - Quiz

Een eicel van een fruitvlieg heeft n = 4. Hoeveel chromosomen heeft de fruitvlieg? (T2)
A
2
B
4
C
8

Slide 19 - Quiz

Ga naar tabel 70D.
a. Op welke chromosoom (noteer nummer) ligt de code DFNB59, DFNB31
b. Waar codeert deze code voor?

Slide 20 - Question ouverte

Aan het werk
- Zorg dat je de leerdoelen t/m vandaag kent
       - Lees 1.5 theorie goed door, bekijk de plaatjes
       - Maak een begrippenlijst / samenvatting
       - Maak oefenopgaven op biologiepagina.nl

Uitdagend: 
https://biologiepagina.nl/Havo4/N3Cellen/Oefenen.htm
Kies de oefenopgaven die staan onder paragraaf 1 op deze link. 

Slide 21 - Diapositive

aantal chromosomen
DNA bestaat uit twee 
We lezen samen uit het boek:

De structuur van het DNA-molecuul lijkt op een gedraaide ladder, een soort wenteltrap, dubbele helix genoemd. Het molecuul is opgebouwd uit twee hele lange ketens van telkens dezelfde bouwstenen, namelijk een desoxyribose (een suikermolecuul), een fosfaat (een stof waar het element fosfor - P - in zit) en een stikstofbase. Zo'n bouwsteen wordt een nucleotide genoemd. Desoxyribose en fosfaat vormen de zijkanten van de ladder. Tussen deze twee ketens liggen de 'sporten' van de ladder: telkens twee stikstofbasen die een paar vormen.
Elke 3 treden in de trap coderen voor een aminozuur. Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. De volgorde bepaald de functie van het eiwit.

Slide 22 - Diapositive