Les 22 lezen (inleiding, middenstuk en slot)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en begin aan de startopdracht.

Startopdracht: lees in je leesboek

- Lesboek Nieuw Nederlands

- Leesboek

- Schrift en pen

Jeugdjournaal

Bedenk 2 inhoudelijke vragen...

(Waarop je zelf ook het antwoord weet)

Wat gaan we doen?

1. Lesdoelen en mededelingen

2. Terugblik

3. Inleiding, middenstuk en slot

4. Aan de slag

5. Huiswerk en evaluatie 

Mededelingen

Zijn er dingen die ik moet weten? 

Terugblik (lesdoel)

Ik kan de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen.

Woordraadstrategieën 

1. Een synoniem zoeken. 

2. Een omschrijving zoeken.

3. Een voorbeeld zoeken. 

Begrippen

- Het onderwerp (oriënterend lezen)

- De hoofdgedachte (precies lezen)

Tekstdoelen

Wat wil de schrijver bereiken met zijn tekst?

Informeren: dat je iets te weten komt

Instrueren: dat je leert hoe je iets moet doen

Overtuigen: dat je zijn mening overneemt

Tekstsoort

Wat voor soort tekst hoort bij het tekstdoel?

Informeren: nieuwsbericht, schoolboek of een verslag

Instrueren: gebruiksaanwijzing of spelregels

Overtuigen: een recensie of een bespreking van een boek of film

Paragraaf 5

Blz. 32

1 - de inleiding (kennismaken)

2 - het middenstuk (informatie)

3 - het slot (herhaling)

Huiswerk bespreken

1 en 2 van blz. 32 en 33

Lesdoel

Ik kan de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen.

Zelfstandig werken

• Je werkt in stilte.
  
• Maak opdr: 3 en 4 van blz. 34
  

Heb je vragen? Steek je hand op.

Klaar? Ga lezen in je leesboek of ga aan de slag in Numo.

Fluisterend samenwerken

• Je werkt fluisterend.
  
• Maak opdr: 3 en 4 van blz. 34
• Heb je vragen? Steek je hand op.
  
• Klaar? Ga lezen in je leesboek of ga aan de slag in Numo.

Huiswerk

Maak opdr: 3 en 4 van blz. 34

Lesdoel

Ik kan de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen.

Pecha Kucha

We hebben een pecha kucha!

1

Evaluatie

Wat heb je geleerd deze les?

Wat ging er goed?

Wat kan beter?