Dialoog met innerlijk conflict

Dialoog schrijven
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Dialoog schrijven

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Leerdoel:

Na deze les kun je starten aan je eigen schrijf opdracht van een Dialoog.

Weet je welke vormen conflicten er zijn en wat strategieën bij een motief zijn.

Slide 2 - Diapositive

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Opwarming: Incasseren
geloofwaardig spel

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spel oefening: subtekst

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming-Up:
"Hoe gaat het?"
  • Dialoog in tweetallen mét een Motief. Gebruik alleen de tekst op het bord.
  • Het gaat er niet om wat er gezegd wordt, maar hoe het gezegd wordt. Je spel zegt meer dan woorden, gebruik je mimiek, fysiek en toon/stem om betekenis te geven. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming-Up:
"Hoe gaat het?"
  • Dialoog in tweetallen mét een motief. Gebruik alleen de tekst op het bord.


  • Het gaat er niet om wat er gezegd wordt, maar hoe het gezegd wordt. Je spel zegt meer dan woorden, gebruik je mimiek, fysiek en toon/stem om betekenis te geven. 

A    Hoe gaat het met         je?

B    Ja goed, met jou?

A    Ook goed.

B    Mooi zo.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming-Up:
"Hoe gaat het?"
  • Dialoog in tweetallen mét een motief. Gebruik alleen de tekst op het bord.


  • Spelaanwijzing 1#:
    Persoon B heeft de fiets van A kapot gemaakt.
    Persoon A weet dit niet.
  • B wil dit ....geheim houden.

A    Hoe gaat het met         je?

B    Ja goed, met jou?

A    Ook goed.

B    Mooi zo.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming-Up:
"Hoe gaat het?"
  • Dialoog in tweetallen mét een motief. Gebruik alleen de tekst op het bord.


  • Spelaanwijzing 2#:
    Persoon B heeft de fiets van A kapot gemaakt.
    Persoon A weet dit al.
  • A wil,...dat de ander bang wordt

A    Hoe gaat het met         je?

B    Ja goed, met jou?

A    Ook goed.

B    Mooi zo.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming-Up:
"Hoe gaat het?"
  • Dialoog in tweetallen mét een motief. Gebruik alleen de tekst op het bord.


  • Spelaanwijzing 3#:
    Persoon A en B weten allebei dat de fiets van persoon A kapot is gemaakt door persoon B.

A    Hoe gaat het met         je?

B    Ja goed, met jou?

A    Ook goed.

B    Mooi zo.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming-Up:
"Hoe gaat het?"
  • Dialoog in tweetallen mét een motief Gebruik alleen de tekst op het bord.


  • Spelaanwijzing 4#:
    Persoon A (nu erg verdrietig) en B weten allebei dat de fiets van persoon A kapot is gemaakt door persoon B.

A    Hoe gaat het met         je?

B    Ja goed, met jou?

A    Ook goed.

B    Mooi zo.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Subtekst
A    Hoe gaat het met je?
Ik wil hier eigenlijk niet met jou staan praten..
B    Ja goed, met jou?
Het spijt me echt..
A    Ook goed.
Ik haat jou
B    Mooi zo.
Ach we zullen nooit meer vrienden zijn

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening:

  • Je krijgt een spelsituatie en motief

  • Je staat met je groepje op de vloer,
    Luister naar de situatie en je motief en speel het uit. 

  • Gebruik je mimiek en fysiek en een emotionele schakel als je een andere strategie kiest om je doel te behalen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 1


Speler 1 : jij bent een beetje een buitenbeentje in je klas. Excentriek, onbegrepen en, je bent niet de beste in sport.

Speler 2 :  jij bent Speler 1 zijn tegenpool: populair, goed in sport, etc.
Speler 2 heeft vorige week in een pestbui ten overstaan van iedereen Speler 1 laten struikelen in de kantine en nu loopt Speler 1 moeilijk. Tot je verbazing moet je toezien dat dit voor Speler 1 een geweldige aantrekkingskracht heeft op de andere leerlingen. Zelfs jouw vriend(in) ziet je niet meer staan. Je wil dat Speler 1 van jou vriend(in) weg blijft. 

Jullie zitten nu op het bankje bij de rector, want je moet nablijven.




Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speler 1: 
Motief: Je wil dat de ander weg gaat. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

speler 2
Motief: Je wil dat de ander je vrienden met rust laat

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Motief - Strategie,1 - Tegenkracht -  Gevolg - Strategie,2



 De emotionele strijd die een personage doormaakt.

Hoe kan een motief voor een probleem zorgen?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Motief: Ik wil.................
Strategie:
1. Overtuigen
2. Verdriet tonen
3. Boos

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Heb respect voor elkaar.
  • Telefoon in je kluisje.

Stilte vosje? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 19 - Diapositive

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Innerlijk Conflict
Conflict met een ander

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Innerlijk Conflict
Conflict met een ander
Een behoefte die je niet durft te kiezen. (geheim)

Ik wil......

maar ik wil ook........

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Innerlijk Conflict
Conflict met een ander
Een behoefte die je niet durft te kiezen. (geheim)

Ik wil......

maar ik wil ook........
Botsende motieven

Hij: Ik wil.........


Zij: Ik wil..........

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conflict met een voorwerp
Conflict met de ruimte

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conflict met een voorwerp
Conflict met de ruimte
  • Kapot

  • Vermist / gestolen

  • Gewild / Machtig

  • Reden tot misverstand

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conflict met een voorwerp
Conflict met de ruimte
  • Kapot

  • Vermist / gestolen

  • Gewild / Machtig

  • Reden tot misverstand
  • Defect

  • Zintuigelijk probleem (voelen, horen, zien, ruiken)
  • Niet mogen zijn..
  • Moeilijke omgeving

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dialoog schrijven
Zie de opdracht in Magister

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dialoog schrijf opdracht
  • Schrijf een dialoog vanuit twee botsende motieven tussen de karakters.
  • 1 innerlijke conflict
  • 1 strategie bij 1 karakter om zo het publiek voorkennis te geven van zijn of haar motief
  • De 5W's om de spanning te verhogen
  • en pas het taal gebruik van de karakters aan om het zo eigen te maken.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dialogen - Cijfer opdracht

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een Conflict en een Ruzie?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conflict
meningsverschil =
een situatie waarin één of meerdere mensen tegengestelde motieven hebben.
A - Ik wil.......... want
B - Ik wil ...........want


Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruzie
Een uit de hand gelopen conflict.

Bij ruzie zijn mensen kwaad en reageren ze vaak niet meer op de inhoud.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijven van een conflict
Bekijk de volgende scène (op de volgende slide) en beschrijf het conflict tussen de twee personages. 
Wat is er aan de hand en waar zie je dat aan?

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Botsende motieven
A: Ik wil...............want....
B: Ik wil ..............want......

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Botsende motieven
A: Ik wil.........., want..........
B: Ik wil..............,want........

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beoordelingscriteria: Waar let ik op?
  • Conflict: Het is duidelijk waar het conflict over gaat.
  • Er is een innerlijk conflict en een conflict met een ander.
  • De 5W's: Spelgegevens worden spannend gekozen. (status, wanneer) 
  • Er zit een emotionele schakel als de strategie veranderd. 
  • Er zit een handeling in die het publiek voorkennis geeft over het motief van 1 persoon.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Strategieën
Iemand overtuigen, Iemand vleien, Iemand imponeren, Iemand intimideren, Iemand Irriteren, Iemand uit de tent lokken, Aanpassen ,Vermijden ,Vechten ,Samenwerken, Onderhandelen

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelgegevens
De 5 W's 
* wie * karakter van de rol 
* wat* handelingen / wat moet er gebeuren?
* waar * locatie / ruimte/plaats
* waarom* doel / motief (Ik wil,....., want)
* wanneer * tijdsperiode 


Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spanning
De spanning in een scène kun je vergroten door:

1. Laat de motieven botsen
2. Maak de belangen van de personages groter
3. Gebruik verschillende strategieen om je zin te krijgen.
4. Emoties!!!! - Incasseer wat de ander inzet aan emoties.
- Laat je raken

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming-Up: Echoput
  • Groep staat in de kring.
  • De docent zegt en doet iets voor, met duidelijke emoties.
  • De groep zegt en doet dit precies na in dezelfde emotie. Net als een echo.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speltoets: Conflict
1. Maak een tweetal en kies samen 1 van de 4 conflicten waar jullie een scène over gaan maken.

2. Ga ideeën bespreken met behulp van het formulier.
Maak duidelijk voor jezelf waar het conflict precies over gaat.

3. Lees goed waar je scène aan moet voldoen en ga repeteren!

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Afronding les 5 

Weet de docent: 
  • Met wie jij een tweetal vormt?
  • Welk conflict jullie hebben gekozen?

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions