4.2 Spanningsbronnen

Spanningsbronnen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spanningsbronnen

Slide 1 - Diapositive

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Kort herhalen vorige keer.
Uitleg spanning. 
Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat spanning is en hoe je spanning meet.
  • Je kunt het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.
  • Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
  • Je weet voor welke spanning de meeste huishoudelijke apparaten zijn ontworpen.
  • Je kunt de werking van een dynamo uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe een condensator werkt. 

Slide 3 - Diapositive


Welke afbeelding is een open stroomkring en welke afbeelding is een gesloten stroomkring?
A
A is open en B is gesloten
B
B is open en A is gesloten
C
A en B zijn beide open
D
A en B zijn beide gesloten

Slide 4 - Quiz

Is deze stroomkring gesloten of open? En loopt er nu stroom
A
Gesloten, wel stroom
B
Open, geen stroom
C
Open, wel stroom
D
Gesloten, Geen stroom

Slide 5 - Quiz

Geleider of geen geleider? Sleep de stoffen naar het goede vak
Geleider
Geen geleider (isolator)
koolstof
staal
koper
pvc
rubber
glas
aluminium

Slide 6 - Question de remorquage

Omrekenen
4,5 V = ... mV

Slide 7 - Question ouverte

Omrekenen
0,28A = ... mA

Slide 8 - Question ouverte

Omrekenen
1200 kW = ... W

Slide 9 - Question ouverte

Spanning
Een spanningsbron is nodig in een stroomkring. 

Batterijen hebben ieder een eigen spanning. 

Slide 10 - Diapositive

Condensator
Een condensator moet je aansluiten op een gelijkstroom
Deze laadt dan op tot deze vol is en is dan gedurende korte tijd bruikbaar als spanningsbron.


Symbool; 

Elke condensator heeft een bepaalde capaciteit. 

Slide 11 - Diapositive

Schakelschema met condensator
Grafiek condensator (schakelaar openen)

Slide 12 - Diapositive

Spanning
Iedere batterij heeft zijn eigen spanning.

Spanning word gemeten in Volt (V)

Slide 13 - Diapositive

Spanningsmeter
De spanning van een batterij kan je controleren.

Spanning meet je tussen de plus en de minpool in.
Andere benaming is ook wel Voltmeter

Slide 14 - Diapositive

Wat is spanning?

Slide 15 - Diapositive

De juiste spanning gebruiken
Een fietslampje heeft vaak 6V nodig.

6V geeft fel licht.
1,5V geeft zwak licht.
12V zorgt ervoor dat het lampje kapot gaat. 

Slide 16 - Diapositive

Stroomsterkte vs Spanning
Stroomsterke: Sterkte van de elektrische stroom.  
De eenheid is Ampère (A). 

Spanning: De hoeveelheid elektrische energie die word vervoerd. 
De eenheid is Volt (V)

Slide 17 - Diapositive

Stroombron in serie aansluiten

Slide 18 - Diapositive

Havo
Wat? Lees 4.2 en maak opdracht 1 t/m 11.
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.
Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO
Klaar?
Nakijken!


Doelen:
Je kunt uitleggen wat spanning is en hoe je spanning meet.
Je kunt het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.
Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
Je weet voor welke spanning de meeste huishoudelijke apparaten zijn ontworpen.
Je kunt de werking van een dynamo uitleggen.
Je kunt uitleggen hoe een condensator werkt. 
timer
5:00
KGT
Wat? Lees 4.2 en maak opdracht 1 t/m 11.
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.
Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO
Klaar?
Nakijken!

Slide 19 - Diapositive

Iedere batterij heeft zijn eigen spanning.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Spanning word gemeten in Ampère
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Een andere benaming voor een spanningsmeter is voltmeter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Wat gebeurt er als je 12 V aansluit op een lampje die 6V nodig heeft?
A
Het lampje gaat heel fel branden
B
Het lampje gaat kapot.

Slide 23 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een dynamo?
A
Magneet en Spoel
B
Fiets en spoel
C
Fiets en Magneet

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo