Het debat, les 1 CONA

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoe doen we dat?

Leerdoelen

Je weet wat een beleidsdebat is en welke regels en afspraken horen bij een beleidsdebat.

Je weet hoe een goede opzetbeurt is opgebouwd en hoe de opzetbeurt inhoudelijk zit.

Beleidsdebat voorbereiding

Bij het beleidsdebat draait het altijd om een bepaald beleid. 

De debatterende partijen vormen teams van twee personen. De teams bereiden het debat als volgt voor:

 

· Ze documenteren zich over de beleidsstelling

· Ze verzamelen zo veel mogelijk argumenten voor en tegen de stelling. Door na te denken over de argumenten die de tegenstanders vermoedelijk naar voren zullen brengen, kunnen ze tegen die argumenten alvast een verweer formuleren.

· Ze bepalen de volgorde waarin de argumenten (gelabeld) ingebracht gaan worden. Eventueel bereiden ze al een speech voor. Let op: het is géén voorleesbeurt!

Organisatieregels:

• In een beleidsdebat mogen de debatterende partijen elkaar niet in de rede vallen. 
• Het debat is daarom verdeeld in vastgestelde spreekbeurten met een bepaalde tijdsduur.
•  Inhoudelijk ligt vast wat er in welke spreekbeurt naar voren gebracht mag worden. 
• De jury bepaalt wie het debat gewonnen heeft.
  Daarom spreek je in een debat altijd de jury aan: ‘Geachte jury, …’.
• De docent bepaalt de cijfers. Er worden individuele cijfers gegeven.
• Er is een tijdwaarnemen die onverbiddelijk ‘stop’ zegt als de spreektijd voorbij is. De spreker mag dan nog wel zijn zin afmaken.

Oefenen met argumentatie in drietallen

We gaan zo een klein debat in drietallen doen:

1. De docent verdeelt de klas m.b.v. Somtoday in groepjes van 3 leerlingen

2. We werken met de stelling 'Alle openbare wc's moeten een glazen deur krijgen.'

3. Jullie gaan deze stelling verdedigen. 

4. Je krijgt 4 minuten voorbereidingstijd om

argumenten te bedenken bij de stelling.

Stelling verdedigen

Maak groepjes van drie personen.​

Om de beurt verdedig je je stelling 1,5 minuut lang.​ Zorg dat je de tijd volspreekt! 

Steeds observeert één van de leerlingen en geeft feedback, deze observatietaak krijgt iedereen een keer. De andere leerling staat in de actieve luisterhouding. Tussen de beurten door wordt kort feedback (top-tip-top) gegeven.

Hoe ging dit?

Opbouwbeurt

In de opbouwbeurt leid je het onderwerp in en beschrijf je de situatie zoals die nu is. Het voorstel, de debatstelling waar jij voorstander van bent, roept op tot een verandering van een bepaalde situatie of van een bepaald beleid. De argumenten ondersteunen de stelling: ze leggen uit waarom de voorgestelde beleidsverandering nodig is.

Structuur opzetbeurt

- INLEIDING:

Zorg voor een mooie binnenkomer/aandachtstrekker

Standpunt

Benoem wat je gaat vertellen (labels)

-MIDDEN

Werk alle argumenten uit

S - state - noem je argument

Ex - explain - leg je argumenten uit (cijfers, onderzoek, meer informatie, etc)

I - illustrate - voorbeelden

-SLOT

Herhaal wat je hebt gezegd + afsluiter 

Inhoud opzetbeurt 

Opzetbeurt

- Je moet al je argumenten hebben genoemd in je opzetbeurt. 

Je mag geen nieuwe onderwerpen aansnijden in je verdere debat als die niet zijn genoemd in de opzetbeurt. 

-Inhoud moet indrukwekkend zijn, maar het gaat ook om het invoelbaar maken van het onderwerp (je hart) en om de presentatiestijl/overtuigingskracht

-labels + frames 

00:16:54 - 00:19:20

npo.nl

Wat viel je op?

Presentatie is belangrijk!

https://www.youtube.com/watch?v=8S0FDjFBj8o

Aan de slag

Verzin een stelling over de monarchie. 

Werk op papier een opzetbeurt uit waarin je deze stelling verdedigt. 

Voor deze opbouwbeurt krijg je 1,5 minuut. 

Aan de slag!

-Jullie hebben voor het echte debat al tweetallen gemaakt.

-Vertel mij welke tweetallen er zijn.

-Ik maak vervolgens viertallen,

-Als viertal mogen jullie een lootje trekken. = de stelling waar jullie mee gaan werken. 

Huiswerk donderdag:

-Verzin argumenten bij je stelling (voor en tegen!)

-Werk je opzetbeurt uit. 

Planning komt vandaag op Classroom. Bekijk het, want de tijd vliegt!