Thema 7 hoofdstuk 2 (deel 1)

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

Thema 7 hoofdstuk 2

1. broom
2. brush
3. dustpan
4. gloves

1. toilet brush
2. rubbish bag
3. rubbish bin
4. waste bin

1. gloves
2. squeegee
3. sponge
4. broom

1. rubbish bin
2. waste bin
3. rubbish bag
4. squeegee

1. brush
2. dustpan
3. sponge
4. squeegee

1. gloves
2. brush
3. broom
4. squeegee

1. rubbish bin
2. toilet brush
3. rubbish bag
4. broom

1. broom and dustpan
2. brush and rubbish bag
3. broom and rubbish bag
4. brush and dustpan

hoeveel schoonmaakdoeken hebben Sue en Jamie bij zich?

Waarom hebben Sue en Jamie zoveel schoonmaakspullen bij zich?

Hebben Sue en Jamie ook een stofzuiger bij zich?

1. ja
2. nee

Jamie gaat vier lokalen schoonmaken

1. waar
2. niet waar

i go to school on my ________

I am going out with my ______

You are not going to ______ class.

i am a dentist. I have an ______

I like her. she is very ______

I really like ______ in the park

I need my ______ to travel by train

The cart is for the cleaning _______

Picknicking

Chip card

good-looking

assistant

Scooter

stuff

boyfriend

fitness

Hoe zeg je de Nederlandse woorden in het engels?
(kan ik beginnen) cleaning a little later?

Hoe zeg je de Nederlandse woorden in het engels?

(maak de dweil nat) in a bucket.

Hoe zeg je de Nederlandse woorden in het engels?

Do you (wegvegen) the dirt with a cleaning cloth.

Hoe zeg je de Nederlandse woorden in het engels?

(Er zijn vuile plekken) on the floor.

Hoe zeg je de Nederlandse woorden in het engels?

(Kijk uit)

Hoe zeg je de Nederlandse woorden in het engels?

I will get the cart (zodat jij sneller kunt schoonmaken)

Hoe zeg je de Nederlandse woorden in het engels?

(is dit) the broom?

Hoe zeg je de Nederlandse woorden in het engels?

We are going to clean (twee lokalen en één gang)

Maak de opdracht op de volgende slide 

je mag de antwoorden opzoeken. 

https: