Klokhuis aflevering over het jeugdjournaal

• Mentorles
• Basisschool
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-3

Hoe gaat het vandaag?

😒🙁😐🙂😃

Je gaat zometeen kijken naar een stukje van een Klokhuis aflevering. Let goed op! Er worden tussendoor steeds vragen gesteld over de uitzending. Het filmpje stopt vanzelf, daarna volgt er een vraag.

Waar gaat Eva een dag meelopen?

1. Bij de NOS
2. Bij het Jeugdjournaal
3. Bij het avondjournaal
4. Bij het ochtendjournaal

Met wie gaat Eva een dagje meelopen?

1. Jullius
2. Jan
3. Jaap
4. Joris

Hoe laat is het?

1. Half 10
2. 11 uur
3. Half 11
4. 10 uur

Hoe vaak komt de redactie samen?

1. 2 keer per dag
2. Elke dag
3. Elke week
4. Om de dag

Hoe weet het Jeugdjournaal dat het nieuws echt is?

1. Al het nieuws is echt
2. Het is al op TV geweest, dus is het echt nieuws
3. Ze checken verschillende bronnen
4. Dat weten ze niet

Wat gebeurt er met nep-nieuws?

1. Dat bestaat niet
2. Dat komt niet in het Jeugdjournaal
3. Dat wordt gewoon uitgezonden
4. Dat komt op de site

Waar zorgt de redacteur voor?

1. Die leest het nieuws voor
2. Dat de uitzending gemaakt wordt
3. Dat je het laatste nieuws kunt volgen
4. Die filmt de uitzending

Waar zorgt de grafische afdeling voor?

1. Maakt de foto's op de website
2. Regelt de tekst voor de uitzending
3. Maakt de afbeeldingen op de schermen
4. Filmt de uitzending

Waar wordt de uitzending van het Jeugdjournaal gemaakt?

1. Zeeland
2. Den Haag
3. Hilversum
4. Amsterdam

Binnen hoeveel dagen komt het nieuws op TV?

1. Dezelfde dag
2. Binnen een dag
3. Binnen 2 dagen
4. Binnen een week

Hoe komen de beelden in Hilversum?

1. Via een kabel
2. Door een satelliet
3. Via internet
4. Met speciaal apparatuur

Hoe sturen ze de beelden als het internet het niet doet?

1. Via nood-wifi
2. Via een satelliet
3. Via een kabel
4. Niet, ze rijden terug naar Hilversum

Waarom moet Joris make-up op?

1. Dat hoeft niet
2. Anders is hij heel bleek
3. Anders glimt hij
4. Dat is mooi

Wat is een ander woord voor repeteren?

1. Live gaan
2. Uitzenden
3. Acteren
4. Oefenen

Wat heb je
in deze les geleerd?