Debatteren 25

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Debatteren

Leerdoel

Studenten maken kennis met alle rollen die aan de orde komen in een debat:voorstanders, tegenstanders en jury.
In het debat voeren zij alle rollen minstens één keeruit.

Opbouw debat

1. Indeling maken: team 1, team 2 en de jury
2. De stelling wordt bekend gemaakt
3. Vijf minuten per team om argumenten te bedenken.
4. De jury maakt bekend of zij voor of tegen de stelling is
5. Het debat duurt ongeveer 10 minuten
6. Na het debat wisselen de teams van rollen

Regels van het debatteren.

1. Richt je tot elkaar. Het is een spel. Probeer elkaar te overtuigen van je gelijk.

2. Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)

Zeg: Mijn tegenstander(s) zeiden dat...

3. Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in je eigen beurt. Als je wilt reageren, ga je staan en je wacht tot je van de debatleider het woord krijgt. 

STELLING 1

• Alle drugs moeten gelegaliseerd worden.

STELLING 2

• Het gebruik van sociale media moet verboden worden voor kinderen onder de 16 jaar

STELLING 3

• Vrouwelijke topsporters moeten hetzelfde verdienen als mannelijke topsporters

En nu?

- voorbereiden van het debat in je eigen groepje

TEAM 1 - voor, TEAM 2 - tegen

- bedenk argumenten voor en tegen de stelling

- benoem een aanvoerder die het debat opent