Thema 6 Ecologie en duurzaamheid

LESINHOUD
- Terugblik.
- Nakijken/bespreken gemaakte opdrachten.
- Voetafdruktest (link in magister bij vandaag)
- H6.4 Natuurbeheer.
- H6.5 Mens en milieu.
- Test jezelf en/of diagnostische toets.


1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

LESINHOUD
- Terugblik.
- Nakijken/bespreken gemaakte opdrachten.
- Voetafdruktest (link in magister bij vandaag)
- H6.4 Natuurbeheer.
- H6.5 Mens en milieu.
- Test jezelf en/of diagnostische toets.


Slide 1 - Diapositive

Herhaling
Thema 6 ecologie en duurzaamheid
Herhaling 
Thema 6 ecologie en duurzaamheid

Slide 2 - Diapositive

Wat is ecologie?
A
De studie naar relaties tussen organismen en hun milieu
B
De studie naar behoud van de natuur
C
De studie van economische factoren in de biologie
D
De studie naar een ecologisch verantwoord milieu

Slide 3 - Quiz

Abiotische factoren
Biotische factoren

Slide 4 - Question de remorquage

Temperatuur, bodem, wind en regen zijn
A
abiotische factoren
B
biotische factoren

Slide 5 - Quiz

Voedsel, roofdieren, ziekteverwekkers zijn
A
abiotische factoren
B
biotische factoren

Slide 6 - Quiz

Bacterien en schimmels zijn
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 7 - Quiz

Een voedselketen begint ALTIJD met een:
A
Dier
B
schimmel
C
Bacterie
D
Plant

Slide 8 - Quiz

De pijl in een voedselketen/voedselweb betekent....
A
"heeft gegeten''
B
''gaat eten''
C
''wordt gegeten door''
D
''eet''

Slide 9 - Quiz

Welk organisme is de consument van de 2 orde?

Slide 10 - Question ouverte

Mensen zijn
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 11 - Quiz

in welk onderdeel van de voedselketen komen vleeseters voor?
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Carnicenten

Slide 12 - Quiz

Zet op volgorde van klein naar groot
Individu
Populatie
Levens-
gemeenschap
Ecosysteem

Slide 13 - Question de remorquage

Stoffen in de natuur worden steeds opnieuw gebruikt. Welke organismen zorgen hiervoor?

Slide 14 - Question ouverte

Biologisch evenwicht: In een grasland komen muizen en velduilen voor. Enkele zomers is het al erg droog. Er is steeds minder gras. Komen er meer of minder kerkuilen voor of blijft het aantal gelijk?
A
meer kerkuilen
B
minder kerkuilen
C
blijft gelijk

Slide 15 - Quiz

Op welk plaatje zie je een voedselketen?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Op welk plaatje zie je een voedselweb?

A
B
C

Slide 17 - Quiz

olifanten, zebra's en gazelles zijn samen een
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 18 - Quiz

Een groepje konijnen is een
A
Individu
B
Populatie
C
Levensgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 19 - Quiz

Een koe in een weiland
A
Individu
B
Levensgemeenschap
C
populatie
D
ecosysteem

Slide 20 - Quiz

Consument
Producent
Reducent

Slide 21 - Question de remorquage

Wat is van invloed op een populatiegrootte?
A
hoeveelheid voedsel
B
natuurlijke vijanden
C
ziekte verwekkers
D
A, B en C

Slide 22 - Quiz

Waarom zijn reducenten belangrijk voor de koolstofkringloop?
A
Ze zetten koolstofdioxide om in zuurstof via fotosynthese
B
Ze breken dode resten af tot bruikbare voedingstoffen en geven koolstofdioxide vrij door verbranding
C
Ze slaan koolstof op in hun weefsel waardoor het niet vrijkomt in de atmosfeer
D
A, B en C

Slide 23 - Quiz


Een biotische factor is...
A
Een levende factor uit het milieu
B
Een niet levende factor uit het milieu

Slide 24 - Quiz

Biologisch afbreekbaar
niet-Biologisch afbreekbaar

Slide 25 - Question de remorquage

een gebied verdedigen tegen soortgenoten
ieder individu kent zijn plek in de groep
samenwerken voor voortplanting
paarvorming
rangorde
territorium

Slide 26 - Question de remorquage