5.9 Spelling les 2

5.9 Spelling les 2
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.9 Spelling les 2

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kunt het weglatingsstreepje en het koppelteken correct gebruiken.
- Je kent twintig dicteewoorden.

VM:
- Je weet wanneer je een apostrof schrijft

Slide 2 - Diapositive

Woord van de week

Erbarmelijk

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk
5.9 Maken

Opdracht: 1-4

VMBO: 5.8 Maken Opdracht 1,3,6,7 en 8

Slide 4 - Diapositive

Havo: aan de slag
5.9 Maken
Opdracht:8, 9 en 10
leren dicteewoorden pagina 142

Slide 5 - Diapositive

VMBO: Trema en Apostrof
Wanneer gebruik je een trema en een apostrof?

We kijken de filmpjes van de methodesite

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien


Trema
Wanneer gebruik je een trema?
A
Als binnen één woord de klinkers botsen
B
bij alle meervoudsvormen
C
als het een samenstelling is

Slide 8 - Quiz

Welke is juist?
A
Motorolieën
B
Motoroliën

Slide 9 - Quiz

Welke is juist?
A
Koloniën
B
Kolonieën

Slide 10 - Quiz

Welke is juist?
A
Epidemieën
B
Epidemiën

Slide 11 - Quiz

Welke is juist?
A
Melodiën
B
Melodieën

Slide 12 - Quiz

Wat is het meervoud van wc?
A
wcs
B
wc's

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van politie?
A
polities
B
politie's

Slide 14 - Quiz

Wat is het meervoud van lolly?
A
lollies
B
lollys
C
lolly's

Slide 15 - Quiz

Wat is het meervoud van café?
A
cafés
B
café's

Slide 16 - Quiz

Hoe geef je aan dat het boek van Kees is?
A
Kees's boek
B
Kees' boek

Slide 17 - Quiz

Hoe geef je aan dat het boek van Anita is?
A
Anita's boek
B
Anitas boek

Slide 18 - Quiz

Hoe geef je aan dat het boek van Tom is?
A
Tom's boek
B
Toms boek

Slide 19 - Quiz

Havo: Weglatingsstreepje
Koppelteken
  • Lezen pagina 139
  • Lezen pagina 140

Slide 20 - Diapositive

Koppelteken?
A
drieëndertig
B
drie en dertig
C
drie-en-dertig

Slide 21 - Quiz

Koppelteken
Welk woord moet niet met een koppelteken?
A
ex-voetballer
B
ijsco-man
C
tosti-ijzer
D
make-up

Slide 22 - Quiz

Koppelteken?
A
primaire behoeftes
B
primaire-behoeftes
C
primairebehoeftes

Slide 23 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
havo leerling
B
havo-leerling
C
havoleerling

Slide 24 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
Westvlaanderen
B
West-Vlaanderen
C
West Vlaanderen

Slide 25 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
niet roker
B
niet-roker

Slide 26 - Quiz

met of zonder koppelteken?
A
radiouitzending
B
radio-uitzending

Slide 27 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 28 - Quiz

Koppelteken?
A
€-teken
B
€ teken

Slide 29 - Quiz

Koppelteken?
A
Zuid Afrika
B
Zuid-Afrika
C
ZuidAfrika

Slide 30 - Quiz

Koppelteken of geen koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige

Slide 31 - Quiz

Met of zonder koppelteken?
A
cameraopstelling
B
camera-opstelling

Slide 32 - Quiz

Wel of geen koppelteken?
Sleep naar de goede plek.

WEL een koppelteken

NIET een koppelteken
Noord Brabant
tbs kliniek
koppel teken
oud speler

Slide 33 - Question de remorquage

§4 Weglatingsstreepje
Als je een deel van een woord weglaat, mag dat met een weglatingsstreepje.
Let op: 

- als je het eind van het woord weglaat, komt het streepje bij het eerste woord aan het eind, bijv. in- en uitvoer.
- als je het begin van het woord weglaat, komt het streepje aan het begin van het tweede woord, bijv. damesjassen en -jurken.
- laat je een heel woord weg, dan gebruik je geen streepje!

Slide 34 - Diapositive

Waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt?
A
voor- en nadelen
B
voor en na-delen
C
voor en -nadelen
D
voor en nadelen

Slide 35 - Quiz

Waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt?
A
in voor- en tegenspoed
B
bestuurs- en strafrecht
C
in voorspoed en tegen-
D
straf- en bestuursrecht

Slide 36 - Quiz

Waar is het weglatingsstreepje correct gebruikt?
A
binnen en buitenkant
B
binnen- en buitenkant

Slide 37 - Quiz

Waar is het weglatingsstreepje goed gebruikt?
A
waak- en zorgzaam
B
waakzaam en zorg-
C
waak en -zorgzaam

Slide 38 - Quiz

'keelarts, neusarts en oorarts'
A
keel-, neus-, en oorarts
B
keelarts, neus- en oorarts

Slide 39 - Quiz

Gebruik een weglatingsstreepje: jongensnamen en meisjesnamen

Slide 40 - Question ouverte

Huiswerk
Havo: 5.9 Maken
Opdracht:8, 9 en 10
leren dicteewoorden pagina 142
VMBO: 10 en 11

Slide 41 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kent de regels rondom het weglatingsstreepje en het koppelteken en kunt dit ook toepassen. 
- Je kent twintig dicteewoorden.

Slide 42 - Diapositive