verbanden: lineair en kwadratisch MCAWIS

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 11: Verbanden

Deze week:

- Lineair verband

- Kwadratisch verband

Eerst wat herhaling over lineaire formules

Bij welke van de volgende formules is er sprake van een lineair verband? Er zijn meer antwoorden mogelijk.

1. y=3x+7
2. x⋅y=24
3. y=3x​2​​
4. 3x+y=12

Wat is in de volgende formule het startgetal?
F = 2 x a + 10

1. 0
2. 2
3. 10
4. a

Wat is in de volgende formule het stijggetal?
F = 3 x a - 3

1. 3 x a
2. 3
3. -3
4. a

Stelling:
Het startgetal lees je altijd vooraan in de tabel af.

1. Juist
2. Onjuist

De formule

heeft een ........... verband

0,2x​2​​+5

1. Wortel
2. Kwadratisch
3. Periodiek
4. Macht

4​2​​=

1. 8
2. 16
3. -8
4. -16

a=n​2​​−1

n=3

a=

a=n​2​​−1

n=8

a=

y=x​2​​−10

x=−1

y=

y=x​2​​−10

x=−1

y=(−1)​2​​−10

y=1−10=−9

Parabool

...een formule met een    erin heeft de vorm van een parabool

​2​​

parabool tekenen

....eerst een tabel maken 

daarna het assenstelsel met de grafiek

y=x​2​​−1