Ondersteunende dienst deel C taak 9, 10 en 11

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welke beroepen uit de ondersteunende dienst kan je noemen?

Stelling:
Zonder de ondersteunende dienst kan de verzorging zijn werk niet goed doen

Aan het eind van de les weet je...

• waarvoor de arbowet is
• het verschil tussen flauwvallen en bewusteloos zijn
• hoe je een AED gebruikt
• wat de 5 basisregels zijn van EHBO
• hoe je een stabiele zijligging toepast
• hoe je een microvezeldoek gebruikt

Kortom: je gaat veel leren vandaag!

Wie let er in Nederland op dat het eten veilig gegeten kan worden?

1. Ministerie van Volksgezondheid
2. Voedingscentrum
3. Nederlandse Warenautoriteit
4. de supermarkt

Uit welke vakken bestaat de schijf van 5?

welke voedingsstof is een echte bouwstof?

1. eiwit
2. koolhydraten
3. vet
4. vitaminen

Noem 2 brandstoffen voor je lichaam.

tekstbron 2.21

Wat regelt de Arbowet?

Arbeidsomstandigheden

Arbowet = invloed uitoefenen op arbeidsomstandigheden 

• Veiligheid, gezondheid en welzijn
• Persoonlijke beschermingsmiddelen
• Beroepskleding
• Evacuatieplan

waar of niet waar?
De arbowet geldt voor alle bedrijfsorganisaties.

Wat kan een organisatie gebruiken voor het in kaart brengen van veiligheidsrisico's?

1. De site van het RIVM
2. Een R,I & E maken
3. De site van de Arbodienst
4. Een gespecialiseerd bedrijf raadplegen

Maak opdracht 46 t/m 49 (blz 91)

extra vraag:

Kan jij iets verzinnen wat op de afdeling Zorg&Welzijn misschien niet zo veilig is?

Hoe zouden we dit kunnen verbeteren?

Wat zijn de 5 basisregels bij EHBO?

Had je dit fout?

Zie bronnenboek 5.1

Wat is het verschil tussen flauwvallen en bewusteloosheid?

flauwvallen:

• licht, kortdurend bewustzijnsverlies. ​
• reageert(licht) op prikkels (stem of aanraken). ​
  
• spierspanning​
  
• reflexen​

bewusteloos:

• diep bewustzijnsverlies. ​
  
• reageert niet op prikkels zoals aanraken of stemgeluid. ​
  
• geen spierspanning.​
  
• geen reflexen​

Als iemand flauwvalt, komt hij snel weer bij.

1. waar
2. niet waar

Wanneer gebruik je een AED?

1. Flauwvallen
2. Hartstilstand
3. Verslikken
4. Verstikking

Als iemand bewusteloos is, heeft het slachtoffer spierspanning.

1. waar
2. niet waar

Wat is een stabiele zijligging en wanneer gebruik je die?

Waar staat AED voor?

1. Automatische Externe Defibrilator
2. Aandachtige Externe Defibrilator
3. Als Eerste Defibrileren

gebruik microvezeldoek

stappenplan 157 of:

Kies uit de volgende opdrachten:

-stabiele zijligging uitvoeren

-schoonmaken met een microvezeldoek

-een zakelijk telefoongesprek voeren en het maken van een telefoonnotitie

-het correct ontvangen van een klant

Klaar?

Maken :

opdracht 55, 56 en 57 (blz. 94)

opdracht 62 en 63 (blz. 99)

Kruiswoordpuzzel blz. 101