2.5 de drukkerij

2.5 de drukkerij
Leerdoelen
Ik kan redenen noemen om te werken.
Ik kan omstandigheden noemen die werken leuk of minder leuk maken.
1 / 9
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 9 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.5 de drukkerij
Leerdoelen
Ik kan redenen noemen om te werken.
Ik kan omstandigheden noemen die werken leuk of minder leuk maken.

Slide 1 - Diapositive

Introductie
Dolf werkt aan een drukpers (afb. 35). Zo’n machine maakt veel herrie, maar dat hoort bij zijn werk. In de lunchpauze zit hij met zijn collega’s in de kantine. Hij kan goed met hen opschieten en het is er altijd gezellig. Dat maakt zijn baan aantrekkelijker.
Tekst

Slide 2 - Diapositive

Arbeidsomstandigheden
Werk kan zwaar of licht, gevaarlijk of ongevaarlijk zijn. Vaak heb je door je werk contact met collega’s, maar er is ook werk waarbij je nooit collega’s ziet. Bij elk soort werk heb je arbeidsomstandigheden. De arbeidsomstandigheden maken het werk leuker of juist minder leuk.

Slide 3 - Diapositive

Arbowet
Sommige arbeidsomstandigheden in bedrijven zijn slecht voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers. De werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemers hun werk veilig kunnen doen en er niet ziek van worden. Deze plicht van de werkgevers is wettelijk geregeld in de Arbowet

Slide 4 - Diapositive

Thuiswerk
De arbeidsomstandigheden thuis verschillen van die in een bedrijf. Thuis is er geen chef die zegt hoe en wanneer je het werk moet doen. Thuis zijn er geen collega’s met wie je samenwerkt. Vaak zijn de werktijden thuis onregelmatiger dan in een bedrijf.

Slide 5 - Diapositive

Arbeidsmotieven
De een werkt vooral voor het geld. De ander werkt voor de contacten met collega’s. Weer een ander wil graag een moeilijke baan, omdat dat een uitdaging is. Dit zijn arbeidsmotieven voor betaald werk buitenshuis. Iemand die voor de eigen kinderen wil zorgen en zelf het werk wil indelen, heeft arbeidsmotieven voor het werk thuis.

Slide 6 - Diapositive

Voltijd of deeltijd
Bij een volledige baan werk je fulltime. Je hebt dan een voltijdbaan. Je werkt dan per week 36 uur of meer. Het precieze aantal uren verschilt per bedrijf. Veel mensen hebben minder dan een volledige baan. Zij werken parttime: ze hebben een deeltijdbaan.

Slide 7 - Diapositive

Begrippen
arbeidsomstandigheden
Alles wat werken prettig of minder prettig maakt.
Arbowet
Wet die regels geeft voor de arbeidsomstandigheden in bedrijven.
arbeidsmotieven
De redenen om te willen werken.
voltijdbaan
Een baan van 36 uur per week of meer.



Slide 8 - Diapositive

Begrippen
deeltijdbaan
Een baan van minder dan 36 uur per week.

Slide 9 - Diapositive