2HV Bijwoordelijke bepaling

Bijwoordelijke bepaling
Aan het einde van de les kan je bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden. 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bijwoordelijke bepaling
Aan het einde van de les kan je bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden. 

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn de stappen van grammatica zinsdelen?

Slide 2 - Question ouverte

BWB = bijwoordelijke bepaling
Een bijwoordelijke bepaling geeft vaak een plaats, een tijd of een reden aan. 

Geeft antwoord op de vragen als: 
Hoe? Hoelang? Hoever? Waar? Waarover? 
Waardoor? Waarom?
Wanneer? Waarheen? Deze vraagwoorden zijn zelf ook bijwoordelijke bepaling als ze in de zin voorkomen. Een zin kan geen, een of meer bijwoordelijke bepalingen bevatten. 


Slide 3 - Diapositive

Zo vind je de bijwoordelijke bepalingen: 

Volg de stappen. 

De zinsdelen die nog overblijven, zijn meestal bijwoordelijke bepalingen. Ze kunnen antwoord geven op de vragen. Maar dit geldt niet voor alle bijwoordelijke bepalingen. Woorden als: zeker, absoluut, allicht, eigenlijk, natuurlijk, misschien, vermoedelijk, waarschijnlijk, niet en wel zijn ook bijwoordelijke bepalingen. 

Slide 4 - Diapositive

Juist/Onjuist
Er zit altijd maar een bijwoordelijke bepaling in de zin?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Noteer de PV van de volgende zin:
Vanwege de drukte heeft de NS vandaag extra treinen ingezet.

Slide 6 - Question ouverte

Noteer het OW van de volgende zin:
Vanwege de drukte heeft de NS vandaag extra treinen ingezet.

Slide 7 - Question ouverte

Verdeel de volgende zin in zinsdelen:
Vanwege de drukte heeft de NS vandaag extra treinen ingezet.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer het LV van de volgende zin:
Vanwege de drukte heeft de NS vandaag extra treinen ingezet.

Slide 9 - Question ouverte

Zit er een meewerkend voorwerp in de zin: Vanwege de drukte heeft de NS vandaag extra treinen ingezet.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Noteer BWB van de volgende zin:
Vanwege de drukte heeft de NS vandaag extra treinen ingezet.

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht
Werk samen met je buur. Vul elke zin aan met twee bijwoordelijke bepalingen. De bijwoordelijke bepalingen moeten antwoord geven op de vraag die erachter staat. De volgorde van de zin mag je veranderen. 

Schrijf ze op, zodat je een foto kan insturen van je schrift. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Stuur de foto in:

Slide 14 - Question ouverte

Ontleed de zinnen uit de tekst op de volgend slide: 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive