Oefentoets 1VWO - unit 4

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Oefentoets 1VWO

Unit 4 - Canada

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands. 

You need to work out to stay fit.

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands. 

You need a baseball glove to catch the ball.

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands. 

A penny is a copper coin.

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands. 

It's easy to beat their team. 

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands. 

What ride shall we go on?

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Nederlands. 

An employee works at a company.

Vertaal de hele zin naar het Nederlands.

Would 4 o'clock be all right?

Vertaal de hele zin naar het Nederlands.

I work as a volunteer at the museum.

Vertaal de hele zin naar het Nederlands. 

I'm just confirming that I'll pick you up at 8.

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.

monteur

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.

spaargeld

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.

knuppel

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.

portemonnee

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.

knuppel

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.

cassière

Vertaal het dikgedrukte woord naar het Engels.

toegangsprijs

Vertaal de hele zin naar het Engels. 

We moeten ons dagje weg uitstellen.

Vertaal de hele zin naar het Engels.

Ik wil even bevestigen dat ik je om 8 uur ophaal.

Vertaal de hele zin naar het Engels.

Ik wil graag ingenieur worden.

Vertaal de hele zin naar het Engels.

Vertel eens over je werk

Sleep het juiste woord naar de zin. Let op, er blijft 1 woord over! 

1. The slowest runner wil _______ the race. 

2. A _________ works at the supermarket. 

3. Our reastaurant needs a new _____________.

4. We need to __________ more points! 

5. A _________ takes care of animals in a clinic.

waiter

shelf stocker 

lose

hit

score

vet

Sleep het juiste woord naar de zin. Let op, er blijft 1 woord over! 

1. A  ________ takes care of people's teeth.

2. A ___________ works at a hair salon. 

3. I want to __________ my job, because I
    don't like my boss. 

4. I __________ a nice salary as a teacher.

quit

dentist

volunteer

hairdresser

earn

Sleep het juiste woord naar de zin. Let op, er blijft 1 woord over! 

1. to enjoy 

2. to spend

3. to lend

4. to sell

lenen aan

genieten

sparen

uitgeven

verkopen

Vul bij de volgende oefening de "tag questions" in. 

You are happy, aren't you?

She is very nice,

I am a good cook,

I don't look very well,

I'm not very good at this,

My dog is very cute,

You have a phone,

End mocktest

Please hand in the mocktest if you are finished.

Studygo!