PO - Middenbouw - KlassenThermometer

• Basisschool
• Groep 3-5

Introduction

“Wild stoeien op het schoolplein vind ik te gek!”, “Oh nee hoor, dat vind ik niks” of “Soms heb ik daar zin in en soms niet!” Waar sta jij op de KlassenThermometer? Waar staan je klasgenootjes? En sta je altijd op die plek van de thermometer of vind je sommige dingen af en toe wel en af en toe niet leuk? Het is boeiend en vooral handig om te weten wat iemand fijn vindt, zo kun je goed rekening houden met elkaar! Deze les is bedoeld om samen met je klas inzichtelijk te maken hoe iedereen over bepaalde onderwerpen denkt.

Instructions

Doel van de les
Erkennen en accepteren van verschillen in meningen en het
respecteren van ieders persoonlijke grenzen.

Voorbereiding:

•    Print de bijlage “KlassenThermometer_middenbouw” uit en hang of leg deze vijf meningen op de juiste volgorde aan de muur, aan een waslijn of op de grond. 

Tip: plastificeer de vijf meningen zodat je deze werkvorm vaker kunt inzetten.

Bijlage:
•  “KlassenThermometer_middenbouw” 1 x printen in kleur (let op: niet dubbelzijdig!) op A4.

Werkvormen
Brainstormen, lijnoefening, reflecteren

KENNIS/COMPETENTIES/VAARDIGHEDEN
Samenwerken, betrokkenheid, empathie, acceptatie,
zelfbewustzijn, zelfvertrouwen, eigenwaarde, bewustwording, reflecteren.

Burgerschap
Met deze les werk je aan de actuele burgerschapskerndoelen: 

• 19A: de school stimuleert sociale en maatschappelijke competenties van leerlingen
• 20B: de leerling verkent en reflecteert op hoe die kan omgaan met diversiteit in de samenleving en
• 21A: De leerling verkent mogelijkheden om democratisch te handelen.
• 21B: de leerling verkent en reflecteert op mogelijkheden om bij te dragen aan de samenleving.

Feuilles de travail

Bijlage_KlassenThermometer_middenbouw.pdf

Introductie

“Wild stoeien op het schoolplein vind ik te gek!” , “Oh nee hoor, dat vind ik niks” of “Soms heb ik daar zin in en soms niet!”

Waar sta jij op de KlassenThermometer? Waar staan je klasgenootjes? En sta je altijd op die plek van de thermometer of vind je sommige dingen af en toe wel en af en toe niet leuk?
Het is boeiend en vooral handig om te weten wat iemand fijn vindt, zo kun je goed rekening houden met elkaar!

Deze les is bedoeld om samen met je klas inzichtelijk te maken hoe iedereen over bepaalde onderwerpen denkt.

Print de “KlassenThermometer-middenbouw”-bladen met de meningen uit. Hang ze met knijpers op aan een gespannen waslijn door de klas, hang ze aan de muur of leg ze neer op de grond van de ene kant naar de andere kant van de klas. Plaats de meningenblaadjes “superleuk” en “vind ik helemaal niks!” aan de uiteindes en hang de “vind ik prima”, “soms wel leuk en soms niet” en “doe ik liever niet” ertussen. Er moet genoeg ruimte zijn voor 6-8 leerlingen om bij en tussen de blaadjes te gaan staan.

We gaan de temperatuur meten in vier verschillende rondes. Per ronde doen er 6 tot 8 leerlingen mee dus zorg dat iedereen aan de beurt komt! Natuurlijk kan je de onderwerpen ook meerdere keren ‘spelen’. Achteraan de les is een slide met een leeg onderwerp, die kun je gebruiken voor je eigen onderwerp(en)!

Zijn jullie er klaar voor? Dan gaan we de temperatuur van de klas meten !

Wild stoeien op het plein.
Wat vind jij daarvan?

Kies 6-8 leerlingen uit om bij een mening te gaan staan. Wie vindt het “superleuk”, wie vindt het "prima", wie “soms wel, soms niet leuk”, wie “doet dit liever niet” en wie vindt dit echt “helemaal niks!”? Je mag er ook tussenin gaan staan.

Misschien vinden sommige leerlingen het lastig om te kiezen. Voer het gesprek over wat iedereen wel en niet fijn vindt. Vind je stoeien soms wel en soms niet fijn maar toch stiekem vaker wel? Dan kan je tussen “vind ik prima” en “soms wel, soms niet” gaan staan!

Sommige leerlingen vinden het misschien ook spannend om bij het rode bordje te gaan staan, benadruk dat alle meningen goed zijn! Geef deze leerlingen een extra compliment dat ze zich uit durven te spreken dat ze iets echt niet leuk vinden.

Staat iedereen?
Voer dan een reflectiegesprek.
Bespreek vragen als:

• Waarom sta je daar?
• Wisten jullie dit van elkaar?
• Vraag aan de leerlingen die bij de uiterste meningen staan: Hoe voelt het voor jou om het echt heel leuk of echt verschrikkelijk te vinden? En waar voel je dat in je lijf?
• Vraag aan de leerlingen wat ze zeggen als iemand ze vraagt of ze mee willen doen aan wild stoeien.
• En hoe ga je ermee om als jij het heel leuk vindt maar je vriendje bijvoorbeeld niet?
• En wat als je je halverwege bedenkt en het toch niet meer leuk vindt? Hoe zeg je dat dan?

Optreden.
Wat vind jij daarvan?

Sommige leerlingen zijn wat extraverter dan anderen en zullen optreden wel leuk vinden. Gebruik voorbeelden over welk soort optreden we het kunnen hebben, misschien doen jullie weleens een toneelstukje in de klas of heeft er iemand weleens een spreekbeurt. Kies 6-8 leerlingen uit om bij een mening te gaan staan.

Staat iedereen?
Voer dan een reflectiegesprek.
Bespreek vragen als:

• Waarom vind je optreden wel of niet leuk?
• Wisten jullie dit van elkaar?
• Vraag aan de leerlingen die bij de uiterste meningen staan: Hoe voelt het voor jou om het echt heel leuk of echt verschrikkelijk te vinden? En waar voel je dat in je lijf?  
• En hoe ga je ermee om als jij het heel leuk vindt maar je vriendje bijvoorbeeld niet? Of andersom?
• En wat als je je halverwege bedenkt en het toch niet meer leuk vindt? Hoe zeg je dat dan?
• En als je optreden verschrikkelijk vindt, hoe los je dat dan op?
  

In stilte taken doen.
Wat vind jij daarvan?

Denk hierbij aan een leeskwartier of een zelfwerkmoment. Kies 6-8 leerlingen uit om bij een mening te gaan staan.

Staat iedereen?
Voer dan een reflectiegesprek.
Bespreek vragen als:

• Waarom vind je in stilte werken wel of niet leuk?
• Wisten jullie dit van elkaar?
• Vraag aan de leerlingen die bij de uiterste meningen staan: Hoe voelt het voor jou om het echt heel leuk of echt verschrikkelijk te vinden? En waar voel je dat in je lijf?  
• En hoe ga je ermee om als jij het heel leuk vindt maar je vriendje bijvoorbeeld niet? Of andersom?
• En wat als je je halverwege bedenkt en het toch niet meer leuk vindt? Hoe zeg je dat dan?
• En hoe los je het op als je in stilte werken echt niet fijn vindt?
  

Wedstrijdje doen.
Wat vind jij daarvan?

Wie is er bij jullie competitief? Of ligt het aan het type wedstrijdje? Bij deze ronde weten de leerlingen inmiddels hoe het werkt. Noem een aantal voorbeelden van wedstrijden zodat de leerlingen een paar keer van plek wisselen. Wat vinden jullie van… een wedstrijdje voetballen, wedstrijdje puzzelen, wedstrijdje rennen, wedstrijdje… rekenen!

Voer vervolgens een reflectiegesprek.
Bespreek vragen als:

• Wie is er bij alle wedstrijdjes op dezelfde plek blijven staan?
• Welk wedstrijdje vind je het leukst en waarom?
•  Als een leerling geen een wedstrijdje leuk vindt, waarom dan niet?
• Wie vindt een wedstrijd leuker als je er goed in bent?
• Hoe ga je om met verlies?
• Wat doe je als je zelf heel blij bent omdat je bijvoorbeeld hebt gewonnen maar je ziet dat de ander verdrietig is?

Klassikale reflectie

We hebben nu onze temperatuur op verschillende onderwerpen gemeten. Hoe was dit om te doen en wat hebben we hiervan geleerd?

Stel de klas de volgende vragen:

• Hoe vonden jullie het om zelf na te denken over wat je echt vindt?
• Hoe vond je het om te zien waar je klasgenoten gingen staan?
• Wist je dit allemaal al over jezelf en je klasgenoten?
• Kan je nu beter rekening houden met je klasgenootjes?
• Weet je nu wat je moet doen of zeggen als je iets niet, of niet meer, leuk vindt?
• Wil je vaker zo’n soort opdracht doen?

Conclusie / afronding

Iedereen vindt andere dingen leuk en dat is maar goed ook! Anders zou het een saaie boel worden.

Nu weet je meer over wat je klasgenoten vinden en misschien heb je zelfs jezelf wat beter leren kennen. Als we dit van elkaar weten kunnen we beter rekening houden met elkaar!

We horen graag wat je van deze les vond! Je helpt ons ontzettend door deze drie vragen in te vullen. Alvast bedankt!

Lege slide

Gebruik deze slide voor je eigen onderwerp(en)!