Z&W les 6

Z&W les 6
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Z&W les 6

Slide 1 - Diapositive

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent aan het begin van de les geregistreerd worden. 

Ben je te laat?
Aan het eind van de les is het JOUW verantwoordelijkheid om bij de docent aan te geven dat je te laat was zodat dit aangepast wordt in SOM2day. 

Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
  • Aanwezigheidsregistratie
  • Lesprogramma
  • Lesdoelen

  • Aan de slag!
  • Nabespreken

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Doelen voor deze les:

  • Ik weet wat communicatie betekent
  • Ik weet hoe je communicatie inzet in de zorg en hoe je vriendelijke en respectvol communiceert.






Slide 4 - Diapositive

Vandaag gaan we..
We gaan het vandaag hebben over communicatie. Het is belangrijk dat je leert hoe je goed met mensen omgaat. In de zorg draait alles om vriendelijk, duidelijk en respectvol communiceren.

Kan jij goed communiceren?


Slide 5 - Diapositive

Wat is goede communicatie in de zorg?
Communicatie:

  • Je kijkt iemand aan en luistert goed.
  • Je stelt open vragen (Hoe gaat het? Wat kan ik voor u doen?)
  • Je gebruikt een rustige stem.
  • Je laat zien dat je iemand serieus neemt.
  • Je respecteert iemands privacy en grenzen.


Slide 6 - Diapositive

Rollenspel: Zorgmedewerker en gast
We gaan oefenen met vriendelijk en duidelijk praten met een cliënt of gast.

  1. Een leerling speelt de zorgmedewerker, de ander speelt de gast.
  2. De “gast” kiest een situatie (zie volgende dia).
  3. De zorgmedewerker probeert goed te reageren: vriendelijk, duidelijk en rustig.

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeldsituaties rollenspel
Je gaat in tweetallen een rollenspel uitvoeren, kies één van de onderstaande situaties uit en ga dit oefenen!

  1. De gast klaagt dat het eten koud is.
  2. De gast is verdrietig en mist zijn familie.
  3. De gast is boos omdat zijn kamer niet schoon is.
  4. De gast wil hulp bij het aankleden.
  5. De gast stelt een persoonlijke vraag.

Slide 8 - Diapositive

Nabespreken rollenspel
Laten we klassikaal even terugkijken naar de rollenspellen..

  1. Wat ging goed in het gesprek?
  2. Wat was lastig?
  3. Hoe voelde het om gast te zijn?


Slide 9 - Diapositive

Lichaamstaal
Wat is lichaamstaal?

  • Je houding, gezichtsuitdrukking en gebaren zeggen veel.
  • Als je vriendelijk kijkt, voelt iemand zich welkom.
  • Armen over elkaar kan boos overkomen.
  • In de zorg is het belangrijk dat je open en rustig overkomt

Slide 10 - Diapositive

Emoties herkennen
Hoe herken jij emoties en waarom is het belangrijk om dit te kunnen?

  • Kijk naar iemands gezicht en houding.
  • Blijf rustig, luister goed en zeg iets vriendelijks.
  • Je hoeft niet alles op te lossen, maar wél aardig zijn.

Denk jij dat je door het herkennen van emoties een ander beter begrijpt?

Slide 11 - Diapositive

Situatie 1
Mevrouw de Boer is verdrietig. Ze mist haar familie en zegt: "Waarom komt er nooit iemand langs? Ik voel me zo alleen."

Opdracht:
  1. Wat zie je aan haar lichaamstaal? (denk aan houding, gezichtsuitdrukking)
  2. Wat zou jij zeggen om haar te helpen?
  3. Wat is belangrijk in jouw houding of stem?


Slide 12 - Diapositive

Situatie 2
Meneer El Yassini is boos. Hij zegt luid:
"Mijn kamer is wéér niet schoon! Wat is dit voor plek?"

Opdracht:
  1. Hoe blijf jij rustig in deze situatie?
  2. Wat zeg je tegen hem om hem serieus te nemen?
  3. Wat doe je met je lichaamstaal?

Slide 13 - Diapositive

Situatie 3
Mevrouw Jansen is onzeker over de nieuwe omgeving. Ze vraagt fluisterend: "Mag ik wel vragen stellen? Ik snap het allemaal niet zo goed hier..."

Opdracht:
  1. Hoe zorg je dat mevrouw zich op haar gemak voelt?
  2. Wat zeg je om haar gerust te stellen?
  3. Hoe laat je met je gedrag zien dat je haar wilt helpen?

Slide 14 - Diapositive

Welke emotie ben ik?
Pak een kaartje met een emotie: boos – verdrietig – blij – bang – onzeker – verward.

  1. Een leerling trekt een kaartje en speelt die emotie met alleen lichaamstaal (geen woorden).
  2. De klas raadt: welke emotie is dit?
  3. Bespreek: hoe herken je dat? Wat kun je als zorgmedewerker doen als iemand deze emotie vertoont?


Slide 15 - Diapositive

Welke is het?
Is het een profitorganisatie of non-profitorganisatie?

  1. “Deze organisatie verkoopt hamburgers en wil zoveel mogelijk winst maken.”
  2. “Deze organisatie geeft les aan kinderen en wordt betaald door de overheid.”
  3. “In dit gebouw kun je boeken lenen, zonder ervoor te betalen.”
  4. “Deze organisatie wil kleding verkopen en zoveel mogelijk klanten trekken.”
  5. “In dit verzorgingshuis werken mensen om ouderen te helpen, niet om winst te maken.”

Wat is het verschil tussen profit en non-profitorganisaties? 
Ken jij iemand in je omgeving die een profit of non-profit organisatie heeft? Zoja, welke?

Slide 16 - Diapositive

Evaluatie 
Beantwoord deze vragen:
Wat ging goed tijdens de lessen?
Wat kan beter de volgende lessen?

Denk aan:
Je houding en motivatie
Het lesgeven van de docent
Het onderwerp

Slide 17 - Diapositive