Paragraaf 5.1 Nieuwe steden M&M

Lesprogramma tot de zomervakantie.
Week 15: Paragraaf 5.1 Nieuwe steden.
Week 16: Paragraaf 5.2 Werken in de stad.
Week 17: Meivakantie
Week 18: Meivakantie
Week 19: Paragraaf 5.3 Een leven voor God.
Week 20: Paragraaf 5.4 Veilig maar vies ( alleen voor TL)
                          Toets hoofdstuk 5: De stad in de Middeleeuwen
Week 21: Paragraaf 6.2 De hervorming van de kerk
Week 22: Paragraaf 6.3 Het begin van de opstand
Week 23: Paragraaf 6.4 Een nieuwe land
Week 24: Toets hoofdstuk 6 Een nieuwe tijd


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesprogramma tot de zomervakantie.
Week 15: Paragraaf 5.1 Nieuwe steden.
Week 16: Paragraaf 5.2 Werken in de stad.
Week 17: Meivakantie
Week 18: Meivakantie
Week 19: Paragraaf 5.3 Een leven voor God.
Week 20: Paragraaf 5.4 Veilig maar vies ( alleen voor TL)
                          Toets hoofdstuk 5: De stad in de Middeleeuwen
Week 21: Paragraaf 6.2 De hervorming van de kerk
Week 22: Paragraaf 6.3 Het begin van de opstand
Week 23: Paragraaf 6.4 Een nieuwe land
Week 24: Toets hoofdstuk 6 Een nieuwe tijd


Slide 1 - Diapositive

Binnen=beginnen
Oranje boek: lees en bekijk de afbeeldingen bladzijde 70/73
Rode boek: lees en bekijk de afbeeldingen bladzijde 107/110 
Maak vraag 2 




 
   
timer
5:00
Oriëntatie 
'De stad in de Middeleeuwen

Slide 2 - Diapositive

Tijd van de steden en staten

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Je weet waardoor er nieuwe steden ontstonden.
Je weet hoe een stad bestuurt werd in de Middeleeuwen en hoe dat nu gaat.
Je weet de betekenis van:

  • burger
  • handel
  • stadsrechten
  • burgemeester
  • gemeenteraad
  • wethouder
  • schepenen
  • schout

Slide 4 - Diapositive

Stad in de Middeleeuwen

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Veiliger
  • reizen
  • producten
     uit andere landen(wijn,zijde)
Handel
  • bemesten
  • betere werktuigen
  • Grotere oogst
  • verkopen op de markt

Slide 7 - Diapositive

Wonen
  • Handelsroute
     (makkelijk om te reizen)
  • Vlakbij een kasteel/klooster
     (veiligheid)
Bladzijde 154: werkblad 8
Bladzijde 169: werkblad 5

Slide 8 - Diapositive

Eigen baas
Graaf: baas in een gebied
Burger: bewoner van de Middeleeuwse stad
Stadsrechten: dikke muur, stadspoort, burgers besturen.
Burgers geven belasting en helpen met oorlog.

Slide 9 - Diapositive

Schout: baas van de schepenen en rakkers
Liet misdadigers opsporen
Schepenen: bepalen de straf voor een misdaad
Burgemeester: de baas van de raad (schout, rakkers en schepenen)
Edelman, bisschop, graaf
De baas van een gebied
De adviesraad: bestuurde de stad
Rakkers: politie
s
t
a
d
s
r
e
c
h
t
e
n

Slide 10 - Diapositive

Hoe wordt een stad nu bestuurd?
Burgemeester: wordt gekozen door de regering van ons land. 
Voorzitter van de gemeenteraad
Gemeenteraad: de baas van de stad.
Gekozen door de inwoners van de stad
Wethouders: voeren de plannen uit, die door de gemeenteraad bedacht wordt. 
Bijvoorbeeld: nieuw zwembad.

Slide 11 - Diapositive


Bij welke tijd hoort het plaatje
van de stadspoort?
A
De late Middeleeuwen
B
Tijd van ridders en monniken
C
Tijd van steden en staten
D
Tijd van stadsrechten

Slide 12 - Quiz

Van welk jaar tot welk jaar loopt de
Tijd van steden en staten?
A
500-1000
B
1500-2000
C
1000-1500
D
500-1500

Slide 13 - Quiz

Waardoor neemt de handel toe na het jaar 1000?
Noem drie dingen:

1.

2.

3.

Slide 14 - Question de remorquage

Wie bepaalde in een stad welke straf een misdadiger kreeg?
A
De burgemeester
B
De schout
C
De schepenen
D
De heer

Slide 15 - Quiz

Noem zoveel mogelijk personen die in het bestuur van de Middeleeuwse stad zitten?

Slide 16 - Carte mentale

Aan de slag 
Maak de volgende opdrachten:
Paragraaf 5.1 Nieuwe steden: 
Opdracht 1-10
Opdracht 1-11

Slide 17 - Diapositive

Zijn de lesdoelen behaald?
Je weet waardoor er nieuwe steden ontstonden.
Je weet hoe een stad bestuurt werd in de Middeleeuwen en hoe dat nu gaat.
Je weet de betekenis van:

  • burger
  • handel
  • stadsrechten
  • burgemeester
  • gemeenteraad
  • wethouder
  • schepenen
  • schout

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 5.1 Nieuwe steden:
Opdracht 1-10
Opdracht 1-11

Slide 19 - Diapositive