gespreksstructuur en gespreksvormen

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 3

Het gesprek

hoofdstuk 4

nodig:

Les 1:

fotokaarten

bal

les 2

kaartjes soorten vragen erop

kaarten oma, niveau etc.

rugzak niveau creme

- 

Inspiratie uit teams bekijken

Wat doet jullie afgelopen week aan thema ''gesprekken voeren'' denken/ inspireren, raken, verontwaardigd laten voelen?

wat heb je onthouden van de les van vorige week in een foto

pak een fotokaart

Vorige week:

- opstart periode: Rugtas vullen voor het voeren van gesprekken

- Erkenning, geborgenheid en luisteren in tas gestopt (ik zie je)

- Leervragen begin gemaakt via placemat

- Studiewijzer bekijken

leervragen uit placemat:

1. leiding nemen in een gesprek, grenzen aangeven
2. Met juiste gespreksvoering slecht nieuwsgesprek kan voeren.
3. Reflecteren op eigen gedrag
4. Familie gesprekken leren voeren
5. Niet pluis gevoel in gesprek kunnen benoemen 

Thema deze week 

1. -Gespreksfasen
2. - Gespreksdoelen
3. -Gesprekstechnieken/ juiste vragen stellen
4. - Valkuilen en ezelsbruggetjes

hoofdstuk 4 boek communicatie, advies en instructie

We wisselen af met Theorie/ LES, oefeningen, casustiek, opdrachten, e-learning om het actief te houden.

leervragen uit placemat:

1. leiding nemen in een gesprek, grenzen aangeven
2. Met juiste gespreksvoering slecht nieuwsgesprek kan voeren.
3. Reflecteren op eigen gedrag
4. Familie gesprekken leren voeren
5. Niet pluis gevoel in gesprek kunnen benoemen 

Gespreksfasen:

• Opening (contact maken --> doel)
• Kern (uitvoering doel- agenda)
• Afsluiting (doel bereikt-afspraken maken)

welke vaardigheden heb je nodig bij het sturen van gespreksfasen

fasen sturen  vraagt om vaardigheden:

- observeren/ waarnemen non- verbale signalen

- rapport maken (wat is dat?)

- Juiste vragen kunnen stellen

- Procedures kunnen schetsen waarin je ander meeneemt

- tijdbewaking

- structuur kunnen vasthouden

- leiding nemen en grenzen stellen (tijd/ doel/ verwachtingen)

Waarnemen

Hoeveel gezichten zie je?

(Verschillen in waarnemen, verschillen in beleven. 

Wat waar is kan subjectief zijn)

Communiceren gebeurt mondeling (pratend).

1. Waar
2. Niet waar

oefening: elkaar spiegelen

tegenover elkaar ander ogen dicht

iemand veranderd iets aan houding de ander moet dit opmerken en spiegelen 

Verbale communicatie

Verbale communicatie is de communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.

Non-verbale communicatie

Alle communicatie die niet via woorden verloopt, valt onder non-verbale communicatie.

• Bewust: Bijv.: zwaaien
• Onbewust: Bijv.: zweten, blozen, knipperen

"Je kunt niet niet communiceren"

deel 1: Oefening : Fruit/ groente

evenredig aantal?

Kring vormen volgorde fruit/ groentesoorten iedereen kiest iets anders.

peer- appel- broccoli- aardbei- wortel (VOLGORDE ONTHOUDEN)

aardbei en wortel moet gekozen worden

Deel 2 bal

Bal gooien naar zelfde persoon (VOLGORDE ONTHOUDEN naar wie je gooit en wie vangt)

• pietje-jantje
• jantje naar ans
• ans naar petra etc.

deel 3. Plek wissel

Bij bepaald fruit/ groente wisselen we van plek.

• wordt: Aardbei genoemd wisselen de fruitsoorten van plek
• bij wortel wisselen groentje soorten van plek

doel van oefening?

wat gebeurd er? 

hoe lukt het om deze 3 vormen effectief te kunnen doen?

gesprekken is een samenspel

samen tot oplossingen komen

elkaar bereiken (begrijpen en kunnen blijven volgen)

gezamenlijk doel behalen

3 soorten doelen

Kennisdoel: Hierbij gaat het uitwisselen van de juiste informatie of kennis.

Houdingsdoel: Zorg dat je de juiste sfeer creëert door het tonen  van een positieve houding en gevoelens. bijv. angst wegnemen, vertrouwen geven.

Gedragsdoel: Wat moet je precies doen? Wat wordt er van je verwacht? bijv. zorgvrager laten bewegen.

check out deze les.

- schrijf kort op in je aantekeningen van deze les: hoe je deze les vond en wat een inzicht is geweest. (zorg dat je het later kan terug vinden).

- wie gaat woensdag starten met inspiratie via teams

les 2 het gesprek

Inspiratie uit teams bekijken

Wat doet jullie afgelopen week aan thema ''gesprekken voeren'' denken/ inspireren, raken, verontwaardigd laten voelen?

Thema deze week 

1. -Gespreksfasen
2. - Gespreksdoelen
3. -Gesprekstechnieken/ juiste vragen stellen
4. - Valkuilen en ezelsbruggetjes

hoofdstuk 4 boek communicatie, advies en instructie

We wisselen af met Theorie/ LES, oefeningen, casustiek, opdrachten, e-learning om het actief te houden.

De monteur zegt tegen de heer De Wit: 'U kunt voorkomen dat de computer vastloopt door regelmatig een update te doen in plaats van één keer per week.''
Op welke doel richt deze voorlichting zich?

1. Gedragsdoel
2. Houdingsdoel
3. Kennisdoel

De monteur zegt tegen automobilist: 'W40 zorgt ervoor dat de tandwielen minder slijten en de temperatuur in orde blijft. Bij een vastloper heeft de motor te weinig olie.'
Op welke doel richt deze voorlichting zich?

1. Gedragsdoel
2. Houdingsdoel
3. Kennisdoel

Wat valt je op aan dit gesprek?

Open vraag 

Wie, wat, waar, waardoor, waarom, hoe.

Doel = klant laten spreken

Gesloten vraag

ja/nee antwoorden

doel = snel informatie verkrijgen

Gerichte vraag

open vraag met één antwoordmogelijkheid

doel = snel informatie verkrijgen

Suggestieve vraag

Dat is toch een mooi aanbod vind je niet?

doel = inspelen op emotie

Keuzevraag

de klant heeft zelf iets in te brengen

Controlevraag

je controleert of je het begrepen hebt/of de afspraak duidelijk is

"Wat kan ik voor u doen?"
Dit is een...

1. open vraag
2. gesloten vraag
3. keuze vraag
4. reflecterende vraag

Wilt u een diesel- of benzineheftruck of liever elektrisch?
Dit is een...

1. open vraag
2. gesloten vraag
3. keuzevraag
4. reflecterende vraag

Hoe kijk je terug op jouw manier van leidinggeven?
Dit is een...

1. open vraag
2. gesloten vraag
3. keuzevraag
4. reflecterende vraag

lijst met vragen maken

je krijgt straks een soort vraag (briefje) , je leest in het boek wat deze vraag in houdt en gaat in tweetallen een lijst met mooie vragen opstellen

die delen we met elkaar (teams?)

oefening

met elkaar in gesprek over tradities in je gezin

met soort vraag die je gaat oefenen

Doel: vraag oefenen en achter nieuwe informatie komen wat je nog niet wist.

Opdracht: totaal 15 min

Zoek op in je boek: wat zijn de 2x valkuilen en 7x ezelsbruggetjes bij gespreksvoering?

We verdelen het... een iemand koppelt het terug.

wat stoppen we deze week in rugzak?

lijst vragen delen in teams?

Wie volgende week teams inspiratie?