Thema 8, week 2 Les 6a- geld en winkelen

Geld en winkelen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Geld en winkelen

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij reclame?

Slide 2 - Carte mentale

Lesdoel
Ik leer 12 nieuwe woorden die te maken hebben met geld en winkelen. 

Slide 3 - Diapositive

Pak je tekst
Luister naar het verhaal van de meester. 

Slide 4 - Diapositive

de afzender

Slide 5 - Diapositive

bestemd voor

Slide 6 - Diapositive

bezorgen

Slide 7 - Diapositive

de catalogus

Slide 8 - Diapositive

de folder

Slide 9 - Diapositive

de koopman/ de koopvrouw

Slide 10 - Diapositive

de koopwaar

Slide 11 - Diapositive

de kwaliteit

Slide 12 - Diapositive

de merknaam

Slide 13 - Diapositive

ontvangen

Slide 14 - Diapositive

de reclametekst

Slide 15 - Diapositive

de waardebon

Slide 16 - Diapositive

de afzender

de kwaliteit
de catalogus
hoe goed of slecht iets is

een boek waar informatie in staat over spullen die een winkel verkoopt

de persoon die een brief of kaart heeft verstuurd

Slide 17 - Question de remorquage

Ik verkoop fruit op de markt. Het fruit is mijn koopwaar.
De man noem je ook wel een:
A
de afzender
B
de koopman
C
de bezorger
D
de koopwaar

Slide 18 - Quiz

Welk woord ontbreekt?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe noem een bon of pasje, waarmee je iets kunt kopen? De ....

Slide 20 - Question ouverte

Deze man komt een pakketje ......

Slide 21 - Question ouverte

Welk woord hoort hierbij?
A
de kwaliteit
B
de waardebon
C
de reclametekst
D
de merknaam

Slide 22 - Quiz

de koopman/de koopvrouw
de reclametekst
de merknaam
de naam van een bedrijf die op spullen staat

een tekst die mensen probeert over te halen iets te kopen

iemand die spullen verkoopt, bijvoorbeeld op de markt

Slide 23 - Question de remorquage

Welk woord hoort hier in het midden?

Slide 24 - Question ouverte

Deze zonnebril ging al snel kapot. De ..... van deze bril is niet zo goed.

Slide 25 - Question ouverte

Hoe noem je zo'n boek?

Slide 26 - Question ouverte

Thema 8, week 2 Les 6a

Slide 27 - Diapositive