ww-spelling

De leerling (bestuderen) __________ de stof zeer grondig.
1 / 25
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De leerling (bestuderen) __________ de stof zeer grondig.

Slide 1 - Question ouverte

Op wie heb jij (stemmen)_______?

Slide 2 - Question ouverte

Heb jij afgelopen weekend ook (voetballen) ____________ ?

Slide 3 - Question ouverte

Het katje (trillen) _________ van de kou.

Slide 4 - Question ouverte

(vinden) _________ jouw broer spruitjes ook lekker?

Slide 5 - Question ouverte

De leraar (rekenen) ___________ het antwoord op vraag 3 niet goed.

Slide 6 - Question ouverte

Ik had hem nog een vraag (stellen) ______________

Slide 7 - Question ouverte

De afgelopen 10 jaar zijn wij 3 keer (verhuizen) ____________

Slide 8 - Question ouverte

Waarom (vertellen) ________ je me dat nu pas?

Slide 9 - Question ouverte

Mijn zusje (leren)___________ onze hond om een poot te geven.

Slide 10 - Question ouverte

Gisteren heb ik het gras (maaien) __________

Slide 11 - Question ouverte

(raden) __________ eens wie ik tegenkwam gisteravond.

Slide 12 - Question ouverte

Pas op dat je niet (uitglijden) ___________

Slide 13 - Question ouverte

Hoeveel geld (besteden) ___________ jij aan de Mc?

Slide 14 - Question ouverte

Sonja (stofzuigen) ____________ haar eigen kamer.

Slide 15 - Question ouverte

De wedstrijd (eindigen) _________ met een sprint.

Slide 16 - Question ouverte

Heeft je moeder jullie (overhoren) ____________

Slide 17 - Question ouverte

Hij heeft de melk in het glas (schenken) ___________

Slide 18 - Question ouverte

Wat (willen) ___________ jij op je boterham?

Slide 19 - Question ouverte

Alle koekjes zitten in een apart plastic zakje (verpakken) ____________

Slide 20 - Question ouverte

Mijn moeder (verven) _________ haar haar rood.

Slide 21 - Question ouverte

Mijn vriend (beantwoorden) ____________ mijn telefoon niet.

Slide 22 - Question ouverte

Misschien heb ik me in hem (vergissen) __________

Slide 23 - Question ouverte

Lara (sturen) _________ haar docent een berichtje.

Slide 24 - Question ouverte

De (beantwoorden) _____________ brief ligt op de deurmat.

Slide 25 - Question ouverte