Leesvaardigheid

Lesen 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesen 

Slide 1 - Diapositive

Der Aufbau eines Textes
Titel
Einleitung
Absatz
Quelle
Bild

Slide 2 - Question de remorquage

Soorten teksten

Slide 3 - Diapositive

Kurzer Text
Langer Text
Scantext
Lückentext

Slide 4 - Question de remorquage

Soorten leesstrategiën
  • voorspellen
  • voorkennis gebruiken
  • structuur van de tekst ontdekken / gebruiken
  • skimmen
  • scannen / selectief lezen
  • gedetaillieerd lezen 
  • woordbetekenissen afleiden of raden

Slide 5 - Diapositive

plan van aanpak?

Slide 6 - Diapositive

Skimmen
De tekst snel en globaal doorlezen. 
Bij korte teksten: kijk naar de eerste en laatste zin van de alinea (ELZA-methode).
Bij lange teksten: lees de inleiding, eerste en laatste zinnen van de volgende alinea's. 

Slide 7 - Diapositive

Scannen
Je scant de tekst om een bepaald stukje informatie te vinden. Je leest dus selectief. Als je opzoek bent naar maar één bepaald gegeven, maak je gebruik van scannen. 

Slide 8 - Diapositive

Voorkennis gebruiken
Door het gebruik van voorkennis kun je eventueel gebrek aan woordkennis compenseren. Je kunt de tekst dus begrijpen zonder dat je alle (moeilijke) woorden moet kennen of opzoeken. 

Slide 9 - Diapositive

Structuur ontdekken en gebruiken
Je moet verbanden tussen delen van een tekst kunnen herkennen en aangeven. Denk hierbij aan conclusies, opsommingen, voorbeelden, verwijzingen etc. Hierbij zijn de signaalwoorden erg belangrijk! 

Slide 10 - Diapositive

Intensief (gedetailleerd lezen)
Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden. 
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen. 

Slide 11 - Diapositive

Woordbetekenissen raden / afleiden
Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd. 
  • Lijkt het woord op het Nederlands of Engels?
  • Spreek het woord in gedachten uit. 
  • Hak het woord in stukjes.
  • Kijk naar de context waarin de zin staat. 

Slide 12 - Diapositive

Vraagsoorten

Slide 13 - Diapositive

Welke vraagsoorten ken jij?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeldvragen die vaak bij leesteksten voorkomen:
  1. Welche Aussage stimmt mit dem ersten Absatz überein?
=  Welke uitspraak komt overeen met de 1e alinea?

2. Worauf bezieht sich das Wort … in Zeile ….?
= Waarop heeft het woord ... in regel ... betrekking?

3. Was macht ...  im ... Abschnitt deutlich?
= Wat maakt ... in de paragraaf / alinea duidelijk

4. Was ist das Ziel
= Wat is het doel?

Slide 18 - Diapositive

signaalwoorden

Slide 19 - Diapositive

also
damit
deshalb
auch
dagegen
sogar
Betekenissen van signaalwoorden
ook
zelfs
zodat
daarom
dus
daarentegen

Slide 20 - Question de remorquage

Signaalwoorden en tekstverbanden
Signaalwoorden Duits deel 1
Signaalwoorden Duits deel 2

Slide 21 - Diapositive

Tekstverbanden




Folge




Beispiel




Ergänzung




Ursache




Einschränkung
gevolg
Voorbeeld
aanvulling
oorzaak
beperking

Slide 22 - Question de remorquage

da, darum, deshalb
A
voorbeeld
B
conclusie
C
voorwaarde
D
reden

Slide 23 - Quiz

Das Ende  
Gibt es Fragen?

Slide 24 - Diapositive