Taalverzorging B

Taalverzorging B
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging B

Slide 1 - Diapositive

Programma
-Komende periode
10 min
-Herhalen basisprincipes spelling
5 min
-Meervoudsvorming en bijvoeglijke naamwoorden
10 min
-Zelfstandig werken


40 min


Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik weet op welke manieren een meervoud van een zelfstandig naamwoord en hoe een bijvoeglijk naamwoord gevormd kunnen worden. 
  • Ik kan het juiste meervoud van een zelfstandig naamwoord en de juiste vorm van een bijvoeglijk naamwoord maken. 
  • Ik kan bijzonderheden met meervouden en bijvoeglijke naamwoorden uitleggen. 
  • Ik kan zelf nieuwe voorbeelden vinden of bedenken van bijzonderheden met meervoudsvorming of bijvoeglijke naamwoorden. 

Slide 3 - Diapositive

Komende 
periode

Slide 4 - Diapositive

Cijfers 
schrijfvaardigheid

Slide 5 - Diapositive

Cijfers fictie
Tijdens het zelfstandig werken loop ik rond om de beoordeling te geven. 
Wel: Ik heb me kostelijk vermaakt tijdens het nakijken!!

Slide 6 - Diapositive

Nieuwe verwerkingsopdracht fictie
Schrijf een brief aan de hoofdpersoon. 
Opdracht in Classroom. 

Slide 7 - Diapositive

Welke drie basisprincipes van spelling hebben we vorige les Taalverzorging besproken?

Slide 8 - Carte mentale

Basisprincipes spelling


Uitspraak;
Gelijkvormigheid;
Herkomst;
Soms onvoorspelbaar;
Taalverzorging. 

Slide 9 - Diapositive

Meervoudsvorming
Meervoud op -en --> soms extra medeklinker, soms verandering van medeklinker. 
Meervoud op -s --> klinker + spraakverwarring = '. Leenwoorden -s.
Meervoud -'en of -'s --> afkortingen.
Meervoud met trema --> met klemtoon, met extra e, met trema. Zonder klemtoon, zonder extra e, met trema. (melodie-melodieën VS bacterie-bacteriën). Woorden -ee met trema met extra e (idee-ideeën).
Twee meevoudsvormen --> groente/museum/band (betekenis).
Bijzondere meervoudsvormen --> korte klank wordt lange klank (dak-daken), klinker verandert (schoonheid-schoonheden), -eren (kind-kinderen), onregelmatig (koe-koeien en lende-lendenen). 

Slide 10 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Verbogen --> + e. De mooie auto. 
Onverbogen --> zonder e. De auto is mooi. 
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord --> het geslaagde feest. Schrijf je zo kort mogelijk, tenzij uitspraak belemmert wordt. (vergrote scherm - ontpitte kersen). 
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord --> eindigen op -en (ijzeren schaar, papieren vliegtuig) tenzij leenwoord uit Engels (plastic hoes, polyester shirt). 
Trappen van vergelijking:

Slide 11 - Diapositive

Noteer het meervoud van "gat"

Slide 12 - Question ouverte

Noteer het meervoud van "kerstlied"

Slide 13 - Question ouverte

Noteer het meervoud van "paasei"

Slide 14 - Question ouverte

Noteer het meervoud van "ijsbeer"

Slide 15 - Question ouverte

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Taalverzorging, paragraaf B, opdracht 3 t/m 8. 
Hoe?
Oefenboek blz 118-119.
Handboek blz 176-179.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 12:50.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Zie studiewijzer volgende les/week. 

Slide 16 - Diapositive

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet wat het belang is van goed spellen en op welke basisprincipes spellingregels zijn gebaseerd.

Ik kan herkennen op welk(e) basisprincipe(s) de spelling van een woord is gebaseerd.
Ik kan zelf nieuwe voorbeelden bedenken van bijzonderheden in de spelling en mijn mening over het gebruik van spelling beargumenteren. 

Ik kan uitleggen waarom woorden op een bepaalde manier worden gespeld. 

Slide 17 - Question de remorquage