6.3 zouten

6.3 zouten
Je leert enkele kenmerken van zouten.
Je leert hoe een zout is opgebouwd op microniveau.
Je leert wat er gebeurt als een zout oplost in water.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

6.3 zouten
Je leert enkele kenmerken van zouten.
Je leert hoe een zout is opgebouwd op microniveau.
Je leert wat er gebeurt als een zout oplost in water.

Slide 1 - Diapositive

Kenmerken van zouten

* Zouten hebben een hoog smelt- en kookpunt.
* Zouten geleiden stroom in de
vloeibare en opgeloste toestand.
* opgebouwd uit metaal en niet metaal

Slide 2 - Diapositive

Zouten op microniveau


* zouten bestaan uit ionen. Dat zijn positieve en negatieve  geladen deeltjes. 
* zouten bestaan uit metaal en niet-metaal ionen. 
*  Positieve metaalionen en negatieve niet-metaalionen vormen samen een ionrooster.

Slide 3 - Diapositive

Zouten in water
Opgelost in water vallen de ionroosters uit elkaar en ontstaan er losse ionen met positieve en negatieve ladingen. Hierdoor kan een zout in oplossing wel stroom geleiden.


Slide 4 - Diapositive

Atomen kunnen elektronen opnemen of afstaan. Hierdoor ontstaan geladen deeltjes. Deze geladen deeltjes trekken elkaar aan.
Hoe noemen we deze binding?
A
atoombinding
B
metaalbinding
C
ionbinding
D
covalente binding

Slide 5 - Quiz

BaCl2 is wel/geen zout
A
wel
B
niet

Slide 6 - Quiz

H2S is wel/geen zout
A
wel
B
niet

Slide 7 - Quiz

P2O5 is wel/geen zout
A
wel
B
niet

Slide 8 - Quiz

KOH is wel/geen zout
A
wel
B
niet

Slide 9 - Quiz

Het zout kaliumbromide, KBr, bestaat uit kaliumionen, K+, en bromide-ionen, Br−. Geef de oplosvergelijking van kaliumbromide.

Slide 10 - Question ouverte

Het zout aluminiumchloride, AlCl3, bestaat uit aluminiumionen, Al3+, en chloride-ionen, Cl−. Geef de oplosvergelijking voor het oplossen van aluminiumchloride.

Slide 11 - Question ouverte