les 5

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

les 5

herhalen woordenschat

herhalen inhoudswoorden

herhalen samentrekken

Functiewoord?
Op het station staat nu mijn beste vriend

1. Op
2. het
3. station
4. nu

functiewoord?
Morgen verklap ik je mijn geheim

1. verklap
2. ik
3. je
4. mijn

Functiewoorden

werkwoorden = ww

zelfstandig naamwoord = zn

bijvoeglijk naamwoord = bn

bijwoord = bw

Wat is het ww?
Smelt een klontje boter in de pan.

Wat is bn?
Leg de hamburger op een lekker broodje

Ik ben in de tuin of ik ben in de kamer.
Wat kan weg?

1. Ik ben in
2. ik ben
3. in de tuin
4. in de kamer

Finn was blij en Finn was verrast.
Wat kan weg?

1. was blij
2. en Finn
3. Finn was
4. was verrast

Deze winkel verkoopt dameskleding en herenkleding

1. Deze winkel
2. verkoopt
3. herenkleding
4. kleding

https:

https:

Aan het werk

Verwerken taal les 5

Kopieerblad spelling