woorden oefenen week 50: Kapitel 4 linker kolom
Vertaal :
de hond
de hond
1 / 12
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Vertaal :
de hond
de hond
Slide 1 - Question ouverte
Vertaal:
de slang
de slang
Slide 2 - Question ouverte
Vertaal:
de aap
de aap
Slide 3 - Question ouverte
Vertaal:
de vissen
de vissen
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal:
het konijn
het konijn
Slide 5 - Question ouverte
Vertaal:
het huisdier
het huisdier
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal:
het paard
het paard
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal:
de vacht
de vacht
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal:
de katten
de katten
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal:
het fruit
het fruit
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal:
de groente
de groente
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal:
de schildpad
de schildpad
