A2 unité 2 herh + zinnen
1 / 24
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
de scheidsrechter
gooien
de helm
de knie
le casque
l'arbitre
le genou
lancer
Slide 4 - Question de remorquage
Jij kan =
Slide 5 - Question ouverte
hij kan =
Slide 6 - Question ouverte
jullie kunnen =
Slide 7 - Question ouverte
zij (m mv) hebben gekund =
Slide 8 - Question ouverte
Ik kan beroemd worden
(letterlijk: Ik kan worden beroemd) =
(letterlijk: Ik kan worden beroemd) =
Slide 9 - Question ouverte
leurs
votre
ma
nos
hun (mv)
mijn (vrouwelijk)
jullie (mannelijk)
onze (mv)
Slide 10 - Question de remorquage
mijn tante =
Slide 11 - Question ouverte
haar vader =
Slide 12 - Question ouverte
haar oom =
A
sa oncle
B
ses oncle
C
son oncle
Slide 13 - Quiz
Waarom vertaal je haar oom met "son oncle" in plaats van "sa oncle" ?
Slide 14 - Question ouverte
ons team =
Slide 15 - Question ouverte
In mijn vrije tijd houd ik van sporten. =
Slide 16 - Question ouverte
In mijn vrije tijd ben ik dol op muziek luisteren. =
Slide 17 - Question ouverte
Mijn favoriete sport is fitness. =
Slide 18 - Question ouverte
Mijn favoriete sport is tennis. =
Slide 19 - Question ouverte
Om te tekenen heb ik een potlood nodig. =
Slide 20 - Question ouverte
Om te zwemmen heb ik een zwembroek/badpak nodig. =
Slide 21 - Question ouverte
Ik train vijf keer per maand. =
Slide 22 - Question ouverte
Ik train drie keer per week. =
